Mondzorgverleners moeten zich beter beschermen tegen hepatitis B

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) vindt dat tandartsenpraktijken beter moeten bijhouden of medewerkers gevaccineerd zijn tegen hepatitis B en of zij er voldoende tegen beschermd zijn. Uit een steekproef blijkt namelijk dat dit bij 18 procent van de medewerkers niet te achterhalen is. Een besmetting met hepatitis B van tandartsen en mondhygiënisten via bloed, speeksel en slijmvliezen van de mond, neus en ogen kan risicovol voor zijn voor henzelf én hun patiënten. Dit meldt de IGJ. 

In 2019 kwam de inspectie al met aanbevelingen, maar die hebben niet geholpen blijkt uit de steekproef. De situatie is sindsdien niet veranderd. Alle praktijken die nu zijn bezocht hebben inmiddels wel de nodige acties uitgevoerd en voldoen aan de richtlijnen. Andere praktijken nog niet.

Vaccinatie tegen hepatitis B noodzakelijk

Tandartsen, mondhygiënisten, orthodontisten en kaakchirurgen moeten gevaccineerd zijn tegen hepatitis B. Zij beschermen zichzelf hiermee en vormen ook geen risico meer voor hun patiënten. Meestal werkt een vaccinatie levenslang. Soms niet, omdat mensen in bepaalde gevallen niet genoeg antistoffen aanmaken. Dan zijn meerdere vaccinaties en controles noodzakelijk. Het is volgens de inspectie belangrijk om daarom inzichtelijk te maken welke medewerkers in tandartsenpraktijken gevaccineerd zijn, maar ook hoeveel antistoffen zij aanmaken.

Richtlijnen volgen

Dit is dan ook een administratieve verplichting die belangrijk is voor de veiligheid van alle betrokkenen in een praktijk. Daarom eist de IGJ betere opvolging van de richtlijnen voor mondzorgpraktijken, huisartsen, arbodiensten, GGD’en en laboratoria die bij het vaccineren en testen betrokken zijn.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky