Opgestapte bestuurders Het Adriano Huis vangen bot bij bezwarencommissie
De opgestapte bestuurders van Het Adriano Huis hebben ook bij de bezwarencommissie van het ministerie van Volksgezondheid bot gevangen. Zij gingen in bezwaar tegen hun door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) opgelegde vertrek, maar de commissie oordeelt dat de IGJ terecht heeft ingegrepen. Er heerste een angstcultuur en de zorg was ondermaats. Dit meldt BN de Stem.
Volgens de IGJ waren zorgverleners én cliënten bang voor de bestuurders. Er was sprake van ernstig grensoverschrijdend gedrag en de mannen zetten iedereen die hen in de weg stond voor schut, maakten ze bang of brachten ze in verlegenheid.
Verwende kutkinderen
In Het Adriano Huis wonen cliënten met een verstandelijke beperking in combinatie met psychische of gedragsproblemen. Zij hebben intensieve begeleiding, behandeling en verzorging nodig. De Inspectie concludeerde op basis van gesprekken met (oud-)cliënten, voormalig zorgverleners, een ouder, wettelijk vertegenwoordiger, het CZ Zorgkantoor en cliëntvertrouwenspersonen vast dat Het Adriano Huis haar zaken absoluut niet op orde had. Zo noemden de bestuurders de bewoners kakkerklakken, monsters en verwende kutkinderen. Een bewoner die niet wilde eten, dwongen ze daartoe – waarna deze volgens omstanders stikgeluiden maakte. Een andere client is fysiek mishandeling op zijn eigen kamer. Anderen durfden niet met hun vertrouwenspersoon te praten, omdat hen anders mogelijk rechten zoals naar buiten gaan of telefoneren werden ontzegd.
Onzorgvuldig onderzoek
Voormalig zorgverleners durfden niet tegen de twee in te gaan uit angst voor ontslag. Tegelijkertijd zijn er ook een paar die juist stellen dat er geen zorgvuldig onderzoek is geweest door de IGJ, omdat er bijna alleen met voormalig personeel en cliënten is gesproken. Maar de bezwarencommissie van VWS gaat daar niet in mee, want of ze er nu nog steeds werken of wonen of niet, dat doet niet af aan de feiten die de inspectie in het rapport heeft gezet. Daarnaast is er ruim de tijd gegeven om het bestuur te laten reageren én deze reacties in het definitieve rapport vast te leggen.
