Het RS-virus: wat is het en hoe gevaarlijk is het?

In Nederland is een ongebruikelijke RS-virusepidemie gaande. Normaal gesproken worden veel kindjes in de winterperiode ziek, maar ditmaal zitten alle ziekenhuizen in november al vol. Vermoedelijk heeft corona het viruspatroon veranderd of wellicht speelt het koude weer een rol. Maar wat is het RS-virus eigenlijk en hoe gevaarlijk kan een besmetting zijn? 

Het RS-virus is het meest voorkomende verkoudheidsvirus bij kinderen. RSV is een afkorting voor respiratoir syncytieel virus. Bijna alle kinderen krijgen in het eerste levensjaar een infectie met het virus dat met name in de winter voorkomt.

Het virus veroorzaakt vooral ernstige ziekte bij jonge baby’s die benauwd worden door een ontsteking van de kleine luchtwegen (bronchiolitis) of door een longontsteking. Te vroeg geboren kinderen, kinderen met een aangeboren hartafwijking of met het syndroom van Down, hebben een verhoogd risico op een ernstiger ziektebeloop. Sterfte door RSV bij kinderen komt in Nederland nauwelijks nog voor, maar iedere winter belanden er in Nederland zo’n 150 tot 200 kindjes op de intensive cares voor kinderen. Tweeduizend kindjes liggen jaarlijks in het ziekenhuis.

Klachten RS-virus

De meest voorkomende klachten bij een infectie door het RS-virus zijn verkoudheidsklachten en hoesten. Soms zijn de klachten erger: kinderen hebben het benauwd en hebben koorts, een longontsteking of oorontsteking.

Infectie door het virus is besmettelijk voordat iemand ziek wordt. Kinderen jonger dan 2 jaar zijn 3 tot 4 weken besmettelijk nadat ze ziek worden. Kinderen ouder dan 2 jaar ongeveer 5 dagen.
Kinderen jonger dan 2 jaar worden erger ziek door het virus. Behandeling van een virusinfectie is in de meeste gevallen niet nodig. Veelal verdwijnen de klachten vanzelf na een paar dagen tot een week.

Vaccin tegen RS-virus

Afgelopen zomer heeft het Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA) het Pfizer-vaccin tegen het RS-virus goedgekeurd. Zwangere vrouwen kunnen er straks voor kiezen om zich te laten vaccineren tegen het virus, zodat hun baby tot zes maanden na de geboorte antistoffen heeft. De invoering van het vaccin kan jaarlijks veel ziekenhuisopnames voorkomen; de effectiviteit is zo’n 70 procent. Pas in 2024 adviseert de Gezondheidsraad over eventuele opname van dit vaccin in het Rijksvaccinatieprogramma. De Raad oordeelt dan ook over een ander goedgekeurd vaccin tegen RSV voor pasgeboren baby’s

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky