Nieuwe regels voor gebruik lichaamsmateriaal bij medisch onderzoek
Een vernieuwd wetsvoorstel voor zeggenschap over lichaamsmateriaal moet zorgen voor heldere kaders rond het gebruik van menselijk materiaal voor wetenschappelijk onderzoek. Tegelijkertijd blijft zorgvuldige omgang met dit materiaal centraal staan. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft het voorstel gisteren naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit meldt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
De Wet zeggenschap lichaamsmateriaal (Wzl) bevat regels voor het gebruik van lichaamsmateriaal dat vrijkomt bij zorg, zoals bloed of weefsel. Onderzoekers, ziekenhuizen en bedrijven mogen dit materiaal alleen onder bepaalde voorwaarden gebruiken. Het voorstel biedt duidelijkheid over wanneer toestemming nodig is, hoe de medische ethiek wordt getoetst en wie verantwoordelijk is voor het beheer van het materiaal.
Aangescherpte voorwaarden bij hergebruik
Nieuw in de aangepaste wet is dat materiaal dat tijdens een behandeling is afgenomen, onder voorwaarden ook voor onderzoek mag worden gebruikt zonder aparte toestemming. Dit geldt alleen als de betrokkene hierover goed is geïnformeerd en vooraf geen bezwaar heeft gemaakt. Gevoelige toepassingen, zoals het kweken van onsterfelijke cellijnen, blijven uitgesloten van dit regime.
Daarnaast worden de criteria voor ethische toetsing aangepast en begrippen in de wet verduidelijkt. Deze wijzigingen moeten de uitvoerbaarheid verbeteren voor instellingen die met lichaamsmateriaal werken.
Stimulans voor medisch-wetenschappelijk onderzoek
Het kabinet verwacht dat de aanpassingen de beschikbaarheid van materiaal voor onderzoek vergroten. Daardoor kunnen nieuwe behandelingen mogelijk sneller worden ontwikkeld. Het uitgangspunt van vrijwillige toestemming bij afname blijft in stand, zowel voor zorg als voor toekomstig onderzoek.