Oncologen vrezen gevolgen schrappen kankermedicijnen uit basispakket
Het Zorginstituut heeft besloten dat bepaalde Parp-remmers per direct niet meer worden vergoed. Deze medicijnen, gebruikt bij borst- en eierstokkanker, verdwijnen uit het basispakket voor nieuwe patiënten zonder BRCA-mutatie. Oncologen en patiëntenorganisaties uiten stevige zorgen over dit besluit. Dit meldt de Volkskrant.
De Parp-remmers leken aanvankelijk ook effectief bij patiënten zonder genetische mutatie, omdat de tumor langer wegbleef. Nieuwe data tonen echter geen aantoonbare verlenging van de levensduur. Omdat de middelen zeer kostbaar zijn en bijwerkingen geven, oordeelt het Zorginstituut dat ze niet langer voldoen aan de stand van wetenschap en praktijk. Patiënten die al een behandeling met deze middelen volgen, mogen deze afmaken in overleg met hun arts. Voor mensen met een BRCA-mutatie blijven de middelen beschikbaar.
‘Kind met het badwater weggegooid’
Volgens An Reyners van de Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie (NVMO) laat de methodologie van de onderliggende studies ruimte voor discussie. Veel patiënten uit controlegroepen kregen alsnog Parp-remmers, wat de verschillen in uitkomst kan hebben afgevlakt. Reyners waarschuwt dat mogelijk effectieve behandeling nu onterecht verdwijnt. “Onze vrees is dat we het kind met het badwater weggooien.” Volgens de Nederlandse Feder Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) richt het Zorginstituut zich te veel op de overlevingscijfers en te weinig op de kwaliteit van leven. “Wat telt voor patiënten moet leidend zijn, en dat zijn dus niet alleen overlevingsdata.”
Het besluit komt voort uit afspraken in het Integraal Zorgakkoord. Dure medicijnen moeten aantoonbaar effectief zijn, anders verdwijnt vergoeding.
