Mondneusmaskers of mondkapjes: welke soort moet je kiezen?
Vanaf 1 juni is het verplicht in de trein, de bus en de tram een ‘niet-medisch mondmasker’ te dragen. Mondneusmaskers zijn er in verschillende soorten. Wat is het verschil tussen de verschillende soorten maskers? Waar bieden ze bescherming tegen en hoe herken je ze? En wie houdt er toezicht op? De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd legt de verschillen uit:

Niet-medische mondmaskers voor iedereen, om anderen te beschermen

Dit zijn de maskers om te gebruiken in het openbaar vervoer. Deze maskers hebben geen officiële aanduidingen. Behalve de mededeling dat ze alleen bedoeld zijn voor civiel gebruik (dus niet voor persoonlijke bescherming of medische doeleinden). Ook staat er geen CE-markering of medische claim op de verpakking of een tekst die verwijst naar een norm. Voor deze maskers gelden geen wettelijke eisen over de kwaliteit en de bescherming die ze bieden.
 
Een niet-medisch mondkapje beschermt niet uzelf, maar kan de mensen rondom u beschermen als u het zorgvuldig draagt en gebruikt. 
 
Een niet-medisch mondkapje is altijd een aanvulling op andere hygiënemaatregelen. Het kan geen vervanging zijn voor het 1,5 meter afstand houden. Ook vaak handen wassen en hoesten in de elleboog blijven belangrijk. Net als thuisblijven voor wie gezondheidsklachten heeft.
 
Deze maskers zijn gebruiksartikelen, ze vallen onder de Warenwet. Het materiaal mag in het gebruik natuurlijk geen gevaar opleveren. Daar houdt de NVWA toezicht op.
 

Persoonlijke beschermingsmiddelen voor werknemers die werken met schadelijke stoffen, om zichzelf te beschermen

De FFP-mondneusmaskers (FFP1, FFP2 en FFP3) zijn persoonlijke beschermingsmiddelen. Deze maskers beschermen de gebruiker tegen het inademen van allerlei schadelijke stoffen (ook virussen) die via de lucht verspreid kunnen worden. Deze mondneusmaskers moeten volledig op het gezicht aansluiten.
 
De FFP-klasse geeft aan hoe goed het masker filtert bij het inademen van schadelijke stoffen. De maskers hebben de opschriften FFP1 (minimaal 80 procent van de deeltjes wordt tegengehouden), FFP2 (94 procent) of FFP3 (99 procent). Ook hebben de maskers een CE-markering. De maskers worden getoetst op basis van de norm NEN-EN 149 +A1 en moeten voldoen aan de Europese Verordening Persoonlijke beschermingsmiddelen (EC 2016/425).
 
De Inspectie SZW houdt toezicht op deze persoonlijke beschermingsmiddelen als ze voor professionals zijn bestemd.
 

Chirurgische maskers voor zorgverleners, om patiënten te beschermen

Chirurgische mondmaskers (type I, II en IIR) zijn medische hulpmiddelen die zorgverleners dragen tijdens het verzorgen en behandelen van patiënten en cliënten. Ze beschermen de patiënt of cliënt tegen micro-organismen die van de zorgverlener af komen.
 
Deze chirurgische maskers sluiten minder strak aan op het gezicht van de gebruiker dan FFP-mondmaskers. Ze zijn daardoor minder effectief voor de bescherming van de zorgverlener tegen virussen van buitenaf. Dat komt doordat deeltjes uit de lucht via de zijkanten van het masker toch naar binnen kunnen komen.
 
Op de verpakking moet staan dat het om een mondmasker voor medisch gebruik gaat. Er staat een CE-markering op. De maskers worden getoetst op basis van de norm NEN-EN 14683 en moeten voldoen aan de Europese richtlijn voor medische hulpmiddelen (Richtlijn 93/42/EEG of Verordening (EU) 2017/745).
 
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) doet het toezicht.
 
 
Door: Nationale Zorggids