Normal_vaccineren_inenten_baby

De Gezondheidsraad adviseert om na invoering van de kinkhoestvaccinatie in 2019 voor alle zwangere vrouwen, het bestaande vaccinatieschema voor zuigelingen in het Rijksvaccinatieprogramma te vervangen door twee schema’s. De meeste baby’s kunnen toe met één vaccinatie minder als de moeder gevaccineerd is. Voor uitzonderingsgroepen blijven drie vaccinaties nodig. Dit schrijft de Gezondheidsraad aan staatssecretaris Paul Blokhuis voor Volksgezondheid. 

Kinkhoest is vooral gevaarlijk voor jonge baby’s. Zij worden via het Rijksvaccinatieprogramma gevaccineerd tegen kinkhoest op leeftijden van 6 tot 9 weken, 3 maanden en 4 maanden: het zogeheten 2,3,4-schema. Dat vaccin beschermt ook tegen difterie, tetanus, polio, hepatitis B en Haemophilus influenzae type B (hib).

Kinkhoestvaccinatie zwangere vrouw

Vanaf 2019 wordt aan alle zwangere vrouwen vaccinatie tegen kinkhoest aangeboden. Als de moeder gevaccineerd is tegen kinkhoest, is het kind kort na de geboorte ook beschermd tegen kinkhoest. Daardoor kan de eerste vaccinatie worden uitgesteld naar 3 maanden en het aantal doses kan worden verminderd van drie naar twee. De tweede vaccinatie volgt bij 5 maanden.

Twee schema's in Rijksvaccinatieprogramma

De Gezondheidsraad concludeert dat de aanpassing naar een 3,5-schema voor de meeste kinderen leidt tot gelijkwaardige bescherming tegen kinkhoest en de andere ziekten waartegen gelijktijdig gevaccineerd wordt. Bij kinderen van wie de moeder niet is gevaccineerd tegen kinkhoest, bij kinderen die geboren worden binnen twee weken nadat de moeder gevaccineerd is en bij kinderen die te vroeg geboren worden kan uitstel van de eerste vaccinatie wel leiden tot meer infecties. Kinderen van moeders die hepatitis B-positief zijn, lopen bij een latere eerste vaccinatie een hoger risico op een infectie met hepatitis-B. Daarom adviseert de Gezondheidsraad om naast het nieuw geadviseerde 3,5-schema, ook een 2,3-5-schema te installeren. 

Door: Redactie Nationale Zorggids