Normal_zorgverzekering__gezondheidszorg__zorg__stethoscoop__gezondheid

Het Integraal Zorgakkoord is sinds 2022 het plan van VWS en ondertekenaars om de zorg in Nederland goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. MIND tekende het akkoord niet maar volgt sindsdien nauwlettend de vorderingen. Uit analyse door MIND zien we dat op veel punten de inspraak en betrokkenheid van cliënten en naasten niet voldoet. Op woensdag 11 oktober debatteert de Tweede Kamer over het IZA. MIND wijst in haar input voor het debat op het gebrek aan inspraak van cliënten in de regioplannen die op 1 januari 2024 klaar moeten zijn, op beter toezicht op eerlijke en transparante contractering van zorg door zorgverzekeraars en op het gebrek aan financiering en tempo om een landelijk dekkend netwerk van zelfregiecentra te realiseren.  Dit meldt MIND.

In het IZA is afgesproken dat alle zorgkantoorregio’s moeten (op basis van regiobeelden) uiterlijk 1 januari 2024 een duidelijk regioplan hebben opgesteld met daarin de belangrijkste veranderopgaven voor de komende jaren.
 
De NZa wijst in haar rapport ‘Van regiobeeld naar regioplan’ van 21 september op de noodzaak van het betrekken van alle stakeholders om verder te komen: "Het is juist de regionale dialoog over de knelpunten en verandermogelijkheden die de regio’s verder kan helpen. Een dialoog tussen zorginkopers en zorgbestuurders, maar óók met inwoners, zorggebruikers en professionals."

Cliënten

MIND maakte een analyse van de gepubliceerde regiobeelden en daaruit blijkt dat in slechts de helft van de regio's dit cliënt- en inwonerperspectief gelijkwaardig betrokken is geweest. Dezelfde analyse laat ook zien dat in 75 procent van de regiobeelden het versterken van de mentale gezondheid als een knelpunt is benoemd en in 60 procent van de regiobeelden het versterken van sociale kracht, met inbegrip van het aanpakken van eenzaamheid, als belangrijk is aangemerkt.
 
Maar in slechts in één op de acht regiobeelden staat iets over beschikbare voorzieningen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), laagdrempelig sociaal werk, informele zorg, of collectieve preventie. En in minder dan 10 procent van de regiobeelden is er beperkte informatie beschikbaar over burger- en patiëntinitiatieven, zoals zelfregiegroepen. MIND wil dan ook scherper toezicht van de collectieve inwoner-, patiënt- en clientvertegenwoordiging bij het opstellen en toetsen van de plannen geborgd is.

Toekomstige afspraken

Ondanks allerlei goedbedoelde initiatieven van verschillende partijen zijn de wachtlijsten in de ggz nog steeds schrikbarend lang. Omdat MIND het IZA niet heeft ondertekend, mogen zij niet deelnemen aan bepaalde thematafels, waaronder de tafel ‘contractering’. Terwijl het juist zo belangrijk is om het perspectief van cliënten en naasten in de GGZ hierbij te betrekken. Om tot echt passende zorg te komen, zal de zorg moeten passen bij de zorgvraag van de cliënt. Als zorgverzekeraars scherper gaan letten op de inkoop van passende zorg, kunnen zij hierbij niet zonder de kennis en ervaring van cliënten in de ggz.
 
Ook moeten zorgverzekeraars zich beter gaan houden aan de zorgplicht. De NZA zou hier steviger op moeten controleren en handhaven. Daarnaast vragen we om vraag en aanbod van zorg beter op elkaar aan te sluiten. Bijvoorbeeld door te schuiven binnen het aanbod: meer behandelplekken voor mensen met complexe problematiek, minder plekken voor mensen met lichte problematiek die wellicht bij de POH-GGZ, een zelfregiecentrum of digitale zorg een passend aanbod kunnen vinden. 
 
Door: Nationale Zorggids