Veel gemeenten hebben het herkennen, oplossen of voorkomen van problemen over zorg, jeugdhulp en begeleiding naar werk niet op orde. Burgers weten onvoldoende waar, wanneer en hoe zij hun problemen kunnen melden. Dit schrijft Nationale ombudsman Reinier van Zutphen in zijn onderzoeksrapport 'Terug aan tafel, samen de klacht oplossen'. Hij vindt dat gemeenten op een actieve manier problemen moeten opsporen en met maatwerk moeten oplossen. Dit meldt de Nationale ombudsman.
Sinds januari 2015 is de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), jeugdhulp (Jeugdwet) en de begeleiding naar werk (Participatiewet) van het Rijk naar gemeenten overgegaan. De Nationale ombudsman heeft deze omwenteling de afgelopen twee jaar kritisch gevolgd. Het ontving sinds januari 2015 ruim 3.100 klachten. Instanties schuiven moeilijke gevallen op elkaar af, wet- en regelgeving is ingewikkeld en burgers weten niet waar ze moeten aankloppen met hun probleem. Andere knelpunten zijn het onbeantwoord laten van vragen, schending van de privacy, onvolledige of onjuiste informatie-verstrekking, onheuse bejegening en 'van het kastje naar de muur'- problematiek.
De Nationale ombudsman vindt dat de klachtenbehandeling op de leefwereld van de burger moet aansluiten, dus zonder allerlei juridische of ambtelijke drempels. Van Zutphen: “Ga met de burger terug aan tafel als er zich problemen voordoen”. Daarnaast moeten gemeenten zelf actief op zoek gaan naar en zich openstellen voor signalen van burgers.
De Nationale ombudsman verwacht dat de bevindingen worden meegenomen in het Rijksbrede programma om het verloop van de decentralisaties kritisch te volgen. De Nationale ombudsman wil daarover in gesprek met minister Plasterk van Binnenlandse Zaken.
Door: Redactie Nationale Zorggids