Normal_tumor_borst

(Novum) - Borstbesparende behandeling van borstkanker bij jonge vrouwen levert steeds betere resultaten op. Dat meldt de Universiteit van Maastricht maandag op basis van onderzoek onder ruim duizend jonge borstkankerpatiënten. Bij deze behandeling wordt de borst niet geheel geamputeerd, maar deels weggehaald. De kans op terugkeer van een tumor in de borst is de afgelopen jaren 'spectaculair gedaald', aldus de onderzoekers.

De daling hangt samen met de aanvullende behandeling, zoals chemo- of hormonale therapie. Met name de invoering van immuuntherapie, die gericht ingrijpt op de specifieke kenmerken van de tumor, heeft geleid tot een verdere daling van de kans op terugkeer van de kanker.

De universiteit verzamelde de gegevens van 1143 patiënten van 40 jaar of jonger bij wie tussen 1988 en 2010 borstkanker was vastgesteld en een borstsparende operatie was uitgevoerd. De patiënten werden ingedeeld in drie groepen, gebaseerd op het moment van eerste behandeling, die ook samenhangt met verschillende behandelrichtlijnen.

Vanaf 1999 kregen jonge vrouwen vaak aanvullende behandeling met chemo- of hormoontherapie. In 2005 werd behalve chemo ook vaak immuuntherapie gegeven. Bij de drie groepen was vijf jaar na behandeling bij respectievelijk 9,8 procent, 5,9 procent en 3,3 procent sprake van lokale terugkeer van de tumor.

Volgens een van de onderzoekers, epidemioloog Adri Voogd, leeft bij veel chirurgen nog het idee dat borstsparende behandeling bij jonge vrouwen geen veilige behandeloptie is, omdat de kans op terugkeer van de tumor te groot zou zijn. De afgelopen twintig jaar worden steeds minder jonge vrouwen op deze wijze behandeld, terwijl het bij vrouwen boven de 50 jaar juist toenam. "Met deze studie hopen wij die trend te kunnen keren", aldus Voogd in een verklaring.

Jaarlijks krijgen zo'n zevenhonderd vrouwen onder de 40 jaar borstkanker. Zo'n 35 procent van hen krijgt een borstsparende behandeling.