'Verslaafden krijgen vaak te laat of helemaal geen zorg'

Nationaal Rapporteur Verslavingen Arnt Schellekens pleit voor meer aandacht voor verslavingszorg bij de politieke partijen. Op dit moment zijn de verschillen tussen de kwaliteit van aanbieders van deze vorm van zorg erg groot en krijgen de meeste verslaafden geen zorg of pas zorg als de situatie eigenlijk al is geëscaleerd. Dit meldt Skipr.

Schellekens, hoogleraar Verslaving en Psychiatrie bij het Radboudumc, is in november 2022 aangesteld als Nationaal Rapporteur Verslavingen (NRV). In zijn eerste jaarverslag wijst hij op diverse misverstanden in en over de verslavingszorg. Een belangrijk punt van aandacht volgens hem is het creëren van een realistischer beeld over verslavingen en het succes van goede verslavingszorg.

Effectiviteit verslavingszorg

Zo bestaat er bijvoorbeeld het beeld dat somatische zorg effectiever is dan een behandeling in verslavingszorg, maar dat is niet juist, stelt Schellekens. “Die effectiviteit in beide sectoren is vergelijkbaar. Maar we moeten ons ook realiseren dat verslaving niet altijd een eenvoudig te behandelen aandoening is”, schrijft hij in zijn jaarrapport. Zo is het niet ongewoon dat er een jaarlijks terugvalpercentage tot 50 procent is. “Het herstel is vaak een langdurig proces.” Vaak krijgen mensen met een verslaving ook niet de zorg die zij nodig hebben, waardoor zij vaak pas te laat in aanraking komen met verslavingszorg.

Uitsluiting

Dan zijn er nog de verschillen in toegankelijkheid en kwaliteit van verslavingszorg in Nederland. Sommige instellingen sluiten ernstig verslaafde patiënten bijvoorbeeld uit of hebben te weinig aandacht voor nazorg. Ongepast en onwenselijk, aldus de NRV. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en zorgverzekeraars zouden aandacht moeten hebben voor deze verschillen. Daarnaast kan de zorgkloof enigszins gedicht worden als de politiek hier meer belangstelling voor heeft. Ook vroegsignalering en vroege interventie kunnen hieraan bijdragen, net als het bespreekbaar maken van verslaving.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky