Normal_niet_roken1

Het preventieprogramma 'Rookvrije Kids' voor 9- tot 11-jarigen blijkt niet te werken. Vermoedelijk komt dat omdat deze kinderen hier nog te jong voor zijn. Dat is de conclusie van Marieke Hiemstra van de Radboud Universiteit, die het preventieprogramma onderzocht. Dat meldt de Telegraaf.

Veel mensen beginnen in de puberteit met roken. Onder 12-jarigen heeft 11 procent wel eens geëxperimenteerd met roken, onder 14-jarigen heeft 35 procent dit gedaan en van de 19-jarigen heeft 68 procent wel eens een sigaret geprobeerd. Niet al deze kinderen worden rokers: volgens cijfers van Stivoro rookt in Nederland 26 procent van de mensen boven de vijftien jaar. Hoe jonger kinderen met roken beginnen, des te groter is het risico om verslaafd te raken.

Het preventieprogramma 'Rookvrije Kids' is ontwikkeld in de Verenigde Staten en bestaat uit tijdschriften met spelletjes en opdrachten voor ouders en kinderen. Vanaf 2008 gingen ruim 700 kinderen en hun ouders aan de slag met een voor Nederland aangepaste versie van het programma. Hiemstra ontdekte dat Rookvrije Kids op korte termijn wel effect had op onder meer de mate waarin over roken gepraat werd. Ouders bleken naar aanleiding van het programma vaker 'niet-rokencontracten' met hun kinderen af te sluiten, waarin bijvoorbeeld een beloning in de vorm van autorijlessen is opgenomen.

Na drie jaar bleek Rookvrije Kids echter nauwelijks effect te hebben op de kans dat kinderen gaan roken: uit de deelnemende gezinnen had 10,8 procent van de kinderen wel eens een trekje genomen van een sigaret. Bij de kinderen uit de controlegroep, die niet aan het programma meededen, was dit 12 procent – geen significant verschil. Hiemstra vermoedt dat het preventieprogramma zich op een te jonge doelgroep richt. 'Ik begrijp dat je er zo vroeg mogelijk bij wilt zijn, maar misschien is een programma voor 12- tot 13-jarigen effectiever. Op deze leeftijd maken de kinderen de overstap van basisschool naar middelbare school en gaat roken meer een rol spelen.'

© Nationale Zorggids