Zwangerschap buiten het lichaam: utopie of realiteit?

Al in 1924 werd door de Britse bioloog J.B.S. Haldane het idee geopperd om de gehele zwangerschap, van conceptie tot aan de geboorte, buiten het lichaam te laten verlopen. Hij noemde dit ectogenese. Willen we deze weg ingaan? Of zien we een persoon op deze manier gevormd als een kunstmatige mens zoals de Homunculus uit Goethe’s Faust? Ectogenese is nog niet mogelijk, maar het eerste en laatste gedeelte van de ontwikkeling kan al buiten de baarmoeder plaatsvinden. Dat meldt het LUMC. 

Hoewel het dragen van een kind in de baarmoeder en de daaraan verbonden bevalling natuurlijke processen zijn die bij alle zoogdieren voorkomen, gaat dit niet altijd zonder problemen. Een relatief veelvoorkomend probleem is zwangerschapsvergiftiging, met als belangrijkste klachten hoge bloeddruk, hartproblemen en te veel eiwit in de urine. Vreemd genoeg is de oorzaak van zwangerschapsvergiftiging onbekend. Daarnaast kan de baby te vroeg geboren worden, waardoor deze medische hulp behoeft. Een baby tussen de 24 en 37 weken wordt vaak in een couveuse geplaatst. Een baby geboren vóór deze periode is meestal niet levensvatbaar. Een van de problemen is dat de longen nog niet voldoende ontwikkeld zijn om de baby van voldoende zuurstof te voorzien.

Medische hulp bij het eerste gedeelte van de zwangerschap

Het eerste gedeelte van de zwangerschap, de bevruchting en eerste celdelingen van het embryo,  kan al buiten het lichaam verlopen middels de reageerbuisbevruchting (of in vitro fertilisatie, IVF). Dat was een grote doorbraak in 1978 en heeft geleid tot de geboorte van Louise Brown, nu pas 44 jaar en de eerste IVF-baby. In Nederland en veel andere landen is het verboden om IVF embryo’s langer dan 14 dagen buiten de baarmoeder in leven te houden. Een van de beweegredenen is dat na 14 dagen een embryo geen tweeling meer kan worden. Het embryo wordt op die leeftijd een individuele entiteit. In Nederland is dit kweeklimiet vastgelegd in de Embryowet. De periode van innesteling (tussen dag 9 en 14 dagen na de bevruchting) is de meest onbekende periode van de zwangerschap maar ook de periode waarin veel problemen kunnen ontstaan. Tijdens deze relatief korte periode, moeten zowel het embryo en de baarmoeder gereed zijn voor de innesteling en dat met elkaar afstemmen. Onderzoek tijdens deze periode kan belangrijke kennis opleveren om de kans op implantatie-falen of herhaalde miskramen te verminderen. We weten veel te weinig over de baarmoeder en wat belangrijk is voor de innesteling. Bovendien is de innesteling net iets anders bij iedere diersoort. Hoewel er bijvoorbeeld veel bekend is over innesteling bij muizen kan die kennis niet zomaar vertaald worden naar mensen.

Door: Nationale Zorggids