Normal_copyright_stockfreeimages_hand_medicijnen_pillen_medicatie

Patiënten met een melanoom die een resistentie dreigen te ontwikkelen tegen een veelgebruikt geneesmiddel, zijn gebaat bij een zogenoemde medicijnvakantie. Door tijdelijk te stoppen met de medicatie krijgen tumorcellen geen kans om ongevoelig te worden voor het geneesmiddel. Dat blijkt uit een onderzoek in het Antoni van Leeuwenhoek. Dit meldt de Volkskrant.

Hoogleraar René Bernards onderzocht tumorweefsel van zestien melanoompatiënten met een zogeheten BRAF-mutatie in de kankercellen. Dat is een genetische fout in het besturingssysteem waardoor de kankercellen zeer snel gaan groeien. Met zogenoemde BRAF-remmers (medicatie) kan dit proces worden afgeremd, totdat de cellen resistent worden.

Bernards analyseerde wat er in de melanoomcellen gebeurt. Als ze worden dwarsgezeten door een geneesmiddel dat de hoofdroute naar een snelle celdeling blokkeert, zoeken ze naar omweg. Een van die omwegen is de aanmaak van EGFR, een eiwit dat cellen aanzet tot groei. Dat eiwit komt normaal gesproken helemaal niet voor in melanoomcellen, legt Bernards uit, maar hij trof het aan bij zes van de zestien patiënten. 'Het bewijst opnieuw in hoeveel bochten een kankercel zich wringt om te overleven.'

De hoogleraar ontdekte dat de EGFR-route alleen belangrijk is voor de overleving van melanoomcellen als zij worden gedwarsboomd door een geneesmiddel. Opmerkelijk genoeg hebben melanoompatiënten die stoppen met de BRAF-remmer na een poosje een opleving: dan reageert de tumor opeens weer goed op het medicijn. Daarom denkt Barnards dat het goed is om melanoompatiënten bij wie resistentie optreedt tegen medicatie regelmatig een paar weken te laten stoppen en ze desnoods in die stopperiode een ander medicijn te geven.

© Nationale Zorggids