Normal_teamwork_personeel_werk_samenwerking_team

Het is niet realistisch om in te zetten op warme en emotionele banden tussen burgers met en zonder beperking. Dit stelt Femmianne Bredewold naar aanleiding van de resultaten van haar promotieonderzoek. Dat meldt de Universiteit van Amsterdam.

Bredewold onderzocht wat er in de praktijk terechtkomt van het ideaal van de participatiesamenleving, waar mensen in de wijk en buurt elkaar helpen en voor elkaar zorgen. Bredewold deed onderzoek naar de contacten tussen mensen met een verstandelijke of psychiatrische beperking en hun medeburgers. Ze laat zien dat het niet realistisch is in te zetten op warme en emotionele banden tussen burgers met en zonder beperkingen. Bredewold: 'Buren zitten er niet op te wachten om regelmatig te eten met hun buurvrouw met een verstandelijke beperking en mensen met een psychiatrische achtergrond willen hun buren vaak helemaal niet in huis ontvangen. Intensief contact past niet bij hoe buren met elkaar om willen gaan.'

Volgens Bredewold heeft de participatiesamenleving meer kans van slagen als er wordt ingezet op licht begrensd contact tussen mensen met en zonder beperking. Mensen met een beperking blijken bijvoorbeeld oppervlakkige, maar goede contacten te onderhouden met winkeliers. Ook het uitlaten van honden blijkt vaak te leiden tot luchtige, gezellige contacten in de buurt. Volgens Bredewold schuilt het geheim van dergelijke goede contacten in de begrenzing. 'Juist wanneer mensen niet teveel van elkaar moeten, blijken contacten vaak leuk te blijven.'

Contact tussen mensen met en zonder beperking kan makkelijk omslaan wanneer er geen duidelijke begrenzing is. Door onderling onbegrip ontstaan er irritaties die ontaarden in conflicten en pesterijen. Anderzijds zijn mensen met een beperking een gemakkelijke prooi voor kwaadwillenden.

Bredewold promoveert op vrijdag 10 januari aan de Universiteit van Amsterdam.

© Nationale Zorggids