Normal_jeugdzorg546

De moeilijkste pleeggezinnen hebben het zwaar. Stress bij pleegouders over onhanteerbare gedragsproblemen van het pleegkind zorgt er vaak voor dat zij op den duur de handdoek in de ring gooien en de plaatsing voortijdig beëindigen. Ook een zeer intensief begeleidingstraject resulteert slechts tijdelijk in stressafname bij pleegouders, zo blijkt uit onderzoek waar pedagoog Anne Maaskant van de Universiteit van Amsterdam. Dat meldt de UvA.

Maaskant hield 169 afgesloten pleegkind-dossiers tegen het licht en ontdekte dat 35 procent van die plaatsingen ongepland werden beëindigd. “Vaak verlaten pleegkinderen om treurige redenen hun biologische ouders. Hun kansen op een prettige jeugd en persoonlijke ontwikkeling zijn het grootst in een alternatieve stabiele gezinssituatie waar ze ouderfiguren hebben aan wie ze zich kunnen hechten”, aldus Maaskant. “Als een eerste pleeggezinplaatsing faalt, is de kans dat het op een volgende plek lukt weer kleiner. Die kinderen worden uiteindelijk als een hete aardappel doorgeschoven binnen het jeugdzorgsysteem.”

Het kan destructieve gevolgen hebben als iemand binnen het jeugdzorgsysteem continu wordt doorgeschoven. Om escalaties te voorkomen is het belangrijk kinderen zo lang mogelijk in een gezinssituatie te houden. Maaskant onderzocht daarom bij 86 pleegouders die dagelijks ernstige gedragsproblemen bij hun kind ervaren, of een intensieve interventie soelaas kan bieden. De ouders bezochten gemiddeld eenentwintig wekelijkse trainingen gericht op het optimaliseren van hun opvoedvaardigheden. Bij deze trainingen spelen ouders bijvoorbeeld probleemsituaties na, waarbij de ene ouder het kind vertolkt en de ander de ouder. De therapeut kijkt mee en geeft tips. Ouders moeten erop vertrouwen dat zij de juiste opvoedvaardigheden om het probleemgedrag van pleegkinderen de baas te zijn. Zo blijft de situatie beter onder controle en beëindigen ouders de plaatsing minder snel.

De interventie leidde inderdaad tot verminderde stress bij de ouders, maar dat effect bleek niet blijvend. Vier maanden later was die reductie niet meer te meten. Een teleurstelling voor de pleegzorg, aldus Maaskant. Ze blijft de proefpersonen overigens volgen om te kijken of de tijdelijke vermindering van stress bij pleegouders uiteindelijk toch effect heeft op de continuïteit van de pleegzorgplaatsingen.

Maaskant pleit voor flexibel beleid in begeleiding van pleeggezinnen. “Als wetenschappers kunnen we nog niet hard maken welke begeleiding de kans op voortijdig afbreken in het algemeen het meest verkleint. Luister dan vooral naar wat pleeggezinnen zelf zeggen nodig te hebben. Intensievere inzet van de standaard pleegzorgbegeleiding zou daar goed bij kunnen helpen. Als daar bovenop meer nodig is, dan moet die hulp toegankelijk zijn.”

Door: Redactie Nationale Zorggids