Een speciale test die nagaat of bij vrouwen een verandering in het DNA optreedt waardoor bepaalde genen worden uitgezet, biedt een mogelijkheid om te zien welke vrouwen met het hrHPV-virus een verhoogd risico op baarmoederhalskanker hebben. Dit blijkt uit onderzoek van gynaecoloog-in-opleiding Aniek Boers van het UMCG. Zij promoveerde maandag 20 oktober aan de Rijksuniversiteit in Groningen.
Baarmoederhalskanker is wereldwijd een van de meest voorkomende vormen van kanker bij vrouwen. Het wordt veroorzaakt door het hoog-risico humaan papillomavirus (hrHPV). Baarmoederhalskanker wordt voorafgegaan door voorstadia die goed zijn te behandelen. Daarom vindt er bevolkingsonderzoek plaats om deze voorstadia op te sporen. In Nederland krijgen vrouwen tussen 30 en 60 jaar die aan het bevolkingsonderzoek meedoen, elke vijf jaar een uitstrijkje.
De test gaat vanaf 2016 veranderen. Er wordt dan niet meer naar de vorm van de cellen gekeken, zoals nu gebeurt, maar of er hrHPV in de cellen zit. Veel vrouwen krijgen in hun leven een HPV-infectie zonder dat ze daar iets van merken; dit komt doordat het lichaam dit vanzelf weer herstelt. Als het lichaam HPV echter niet opruimt, kan baarmoederhalskanker ontstaan. Aanleiding voor het onderzoek van Aniek Boers was dat veel vrouwen het HPV-virus hebben, maar niet iedereen hierdoor baarmoederhalskanker ontwikkelt. Daarom is een tweede aanvullende test nodig omdat er anders te veel vrouwen onnodig naar de gynaecoloog worden doorverwezen.
Boers voorziet twee grote voordelen van de nieuwe test. Als eerste zou deze test kunnen leiden tot minder onnodige verwijzingen naar de gynaecoloog, en de daarmee gepaard gaande onrust en hoge kosten voorkomen. Daarnaast is de test ook bruikbaar in zelf-testen waarbij vrouwen zelf thuis met een borsteltje een uitstrijkje afnemen. Hierdoor kunnen ook vrouwen die uit schaamtegevoel niet meedoen aan het bevolkingsonderzoek toch bereikt worden.
© Nationale Zorggids