Normal_baarmoederhals_kanker_weefsel_cel

In de Maastrichtse Maastro Clinic hebben 343 patiënten met baarmoederhalskanker mogelijk een te lage dosering gekregen tijdens de inwendige bestraling, omdat de bestralingsapparatuur niet goed was afgesteld. Dat maakt de kliniek vandaag bekend.

Alle 98 patiënten die in de afgelopen vier jaar zijn behandeld en mogelijk te weinig bestraald zijn, worden de komende tijd extra gecontroleerd. Alle andere gevallen zijn ouder dan vier jaar en hierdoor lopen zij volgens de kliniek geen risico meer.

De inwendige bestraling (brachytherapie) wordt na een operatie voor baarmoederkanker in bepaalde gevallen als aanvullende behandeling verricht. De behandeling is er op gericht om de kans op terugkeer van baarmoederkanker op de plaats van het vagina litteken te verkleinen. Als baarmoederkanker wel op dezelfde plaats terugkeert, gebeurt dat doorgaans binnen drie tot vier jaar. Daarom is bij patiënten die langer dan vier jaar geleden zijn behandeld het risico op terugkeer op de plaats van de operatie verwaarloosbaar klein. Als de tumor terugkeert op de plaats van de operatie, wordt dit doorgaans opgemerkt in het controletraject en volgt er meestal weer een operatie.

Maria Jacobs, lid van de Raad van Bestuur van Maastro: 'Wij zijn ernstig geschrokken en betreuren het ten zeerste dat dit heeft kunnen gebeuren. We hebben alle betrokken patiënten en hun gynaecologen geïnformeerd en onze oprechte excuses aangeboden. Toen we dit constateerden, hebben we de Inspectie voor de Gezondheidszorg onmiddellijk op de hoogte gesteld en verbetermaatregelen genomen die herhaling voorkomen. Deze maatregelen zijn door een extern deskundige getoetst.' De kliniek laat weten uit onderzoek is gebleken dat alle andere in- en uitwendige bestralingsbehandelingen volgens protocol zijn verlopen.

© Nationale Zorggids