Logo_logo_nederlandse_zorgautoriteit

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) hebben vorig jaar minder signalen van zorgfraude ontvangen dan in 2014. De daling bij de NZa is grotendeels te verklaren door een terugloop van het aantal signalen van consumenten en zorgaanbieders dat voldeed aan de scherpere eisen om ingevoerd te worden in het systeem. Dat meldt de NZa.

De daling van het aantal signalen bij het CIZ is toe te schrijven aan de transitie van ABWZ naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en Wet langdurige zorg (Wlz). Vermoedens van fraude zijn hiermee op het gemeentelijk domein gekomen. Signalen over de Wmo worden niet in het verzamelpunt zorgfraude geregistreerd.

Vorig jaar zijn er in totaal 428 unieke signalen in het verzamelpunt geregistreerd, tegen 668 in 2014. Van deze 428 signalen zijn 196 doorgezet naar een partnerorganisatie. Signalen zijn grotendeels van patiënten of naasten afkomstig. Er zijn nauwelijks meldingen binnengekomen via branche- of belangenorganisaties of via Meld Misdaad Anoniem.

De meeste meldingen gingen over de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wlz en aanvullende verzekeringen. De signalen hadden vooral betrekking op het persoonsgebonden budget (pgb), de mondzorg en medisch specialistische zorg. Toch is het aantal signalen in de laatste categorie flink afgenomen, evenals in de geestelijke gezondheidszorg (ggz).

Het aantal signalen over spookfacturen is ten opzichte van 2014 fors minder geworden. Datzelfde geldt voor upcoding DBC’s. Hier is sprake van wanneer een zorgverlener een duurdere DBC in rekening brengt dan de geleverde zorg rechtvaardigt. In 2014 kwamen 248 signalen binnen over upcoding, in 2015 waren dat er slechts 47. 

Door: Redactie Nationale Zorggids