Geen proefdieren meer nodig voor onderzoek naar apenpokkenvirus

Uit onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en het Erasmus MC blijkt dat kunstmatig gekweekte huid, ofwel huidorganoïden, uitermate geschikt zijn om het apenpokkenvirus te onderzoeken en nieuwe behandelingen ertegen te testen. Monkey pox gedraagt zich hierin bijna hetzelfde als in de echte huid. Dit meldt het LUMC. 

De organoïden kunnen de volledige levenscyclus van het apenpokkenvirus ondersteunen, zeggen onderzoekers over het infecteren van de kunstmatig gekweekte huid met monkey pox. “Mpox kon cellen infecteren en deze gebruiken om nieuwe virusdeeltjes te maken, die op hun beurt weer in staat waren om andere cellen te infecteren”, aldus onderzoekers Spiros Pachis en Penfei Li. Behandeling van het virus met tecovirimat (een virusremmer) blijkt de virusdeeltjes in de kunsthuid te remmen.

Proefdieren

Onderzoekers deden eerder onderzoek naar apenpokken met proefdieren en cellijnen, maar de onderzoekers van het LUMC en Erasmus MC zijn van mening dat huidorganoïden op dit moment het beste instrument zijn om uit te testen wat er met een echte huid met monkey pox gebeurt. De verwachting is dan ook dat de kunstmatig gekweekte huid vaker gebruikt wordt voor onderzoek naar apenpokken, hoe de huid erop reageert en wat de effectiviteit van nieuwe medicijnen is.

Lees ook: Wat weten we inmiddels over het apenpokkenvirus in Europa? 

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky