Gemeenten mogen een deel van het zorggeld wel in de algemene pot stoppen, maar de uiteindelijke besteding moet goed in de gaten gehouden worden, vindt staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid. 35 gemeenten in Nederland die vorig jaar geld overhielden voor zorg, hebben dat geld niet apart gezet voor zorgtaken. Dat meldt Rijksoverheid.
“De middelen die gemeenten krijgen uit het gemeentefonds, dus ook voor het sociaal domein, zijn binnen de kaders van de betreffende wetten vrij besteedbaar”, schrijft Van Rijn in een brief aan de Tweede Kamer. Dat betekent dat gemeenten zelf mogen beslissen hoe de beschikbare middelen gebruikt worden. Wel benadrukt de staatssecretaris dat gemeenten met het rijk een afspraak hebben gemaakt om de middelen te besteden in het sociaal domein. “Bovenal is hierbij van belang dat gemeenten hun wettelijke verantwoordelijkheden vervullen en dat de beoogde doelen van de wetten worden behaald.”
Van Rijn stelt dat gemeenten gegronde redenen kunnen hebben om een deel van het overgebleven zorggeld in de algemene reserves te stoppen. Gemeenten zouden voorafgaand aan de decentralisatie een reserve voor het sociaal domein kunnen hebben opgezet. Bovendien kan geld uit de algemene pot alsnog aan het sociaal domein worden uitgegeven. Van Rijn vindt het vooral belangrijk om inzicht te krijgen in de bestedingen van de gemeenten. Samen met minister Plasterk en staatssecretaris Klijnsma wordt een onderzoek opgezet om de cijfers binnen het sociaal domein duidelijk te krijgen. Dit onderzoek is naar verwachting begin februari 2017 afgerond.
Door: Redactie Nationale Zorggids
