Normal_mother-holding-her-crying-baby-close-to-her-should-2022-03-08-01-24-33-utc-min__1_

Bied ouders met een kind jonger dan 1 jaar die problemen hebben met de opvoeding van hun baby speciale begeleiding thuis. Zo wordt de kans nog kleiner dat het kind op latere leeftijd psychosociale problemen ontwikkelt. En kunnen complexere zorg en kosten achteraf worden voorkomen. Dat is de insteek van ‘Hechting, een goede start!’, een preventieve interventie-aanpak die de gemeente Moerdijk sinds ruim twee jaar toepast. En die werkt. Dit meldt de gemeente Moerdijk.

 

 “Het algemene beeld is dat ouders met een baby op een roze wolk zitten. Maar zo vanzelfsprekend is dat niet. Met deze aanpak helpen we om de grijze wolk, waarop sommige jonge ouders zitten, minder grijs te maken", zegt Sandra Jansen, Jeugdprofessional bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Met ‘Hechting, een goede start!’ begeleidt ze de ouders die daarvoor in aanmerking komen. De Moerdijkse aanpak is gebaseerd op ‘Ouder-babyinterventie’, een vorm van begeleiding ontwikkeld door het Nederlands Jeugdinstituut, die in heel Nederland wordt toegepast. Die beperkt zich echter tot depressieve moeders.

Moerdijk pakt het breder aan: niet alleen de depressieve moeder, maar ook onzekere ouders, ouders met een (bevallings)trauma, ouders met een huilbaby, verslaafde ouders, ouders met psychische problematiek of een verstandelijke beperking en ouders die te maken kregen met problematiek tijdens de zwangerschap komen in aanmerking voor begeleiding.

De Moerdijkse aanpak

De Moerdijkse aanpak bestaat uit een traject van meestal 3 tot 9 maanden, waaraan geen kosten of een eigen bijdrage zijn verbonden. Ouders melden zichzelf aan bij het CJG, of worden door de huisarts, verloskundige, het ziekenhuis of het consultatiebureau doorverwezen. Fase 1 bestaat uit kennismaken thuis en de eerste observatie van de interactie tussen ouder(s) en kind. Daarna volgt fase 2: werken aan positieve interactie tussen ouder(s) en kind. Met een videocamera filmt de Jeugdprofessional bepaalde momenten van interactie tussen ouder(s) en kind. Die opnames worden teruggekeken met een andere getrainde Jeugdprofessional en een gedragswetenschapper. Bij het volgende huisbezoek bekijken de Jeugdprofessional en ouder(s) ze dan en bespreken de dingen die goed gaan, maar waarvan moeder en/of vader zich niet bewust zijn. In fase 3 wordt dat herhaald, de bezoeken worden langzaam afgebouwd en uiteindelijk volgt een evaluatie. Mocht verdere hulp nog nodig zijn, dan geeft de Jeugdprofessional advies voor aanvullende hulp.

“We focussen op wat positief is”

“Het filmen is een belangrijk onderdeel van de interventie”, legt Jansen uit. “Dat is soms best confronterend voor de ouders. Maar we focussen op wat positief is. Ik film dus bijvoorbeeld een badmoment met het kindje, of een eetmoment. We bekijken dat samen, dan stop ik op een positief moment en vraag: ‘hoe zie je dit?’, of: ‘hoe voelt dat?’. Dan gaan we niet zeggen ‘dit doe je verkeerd’. Nee, ‘dit doe je goed’ juist. En daar gaan we dan op door. 

Door: Nationale Zorggids