Hanegraaf doelt hiermee op een patiënt genaamd Martijn die twee jaar lang onder behandeling was bij GGZ Oost Brabant. Hij had asperger en gebruikte veel drugs. De instelling is onvoldoende toegekomen aan de behandeling van zijn autisme en om zijn drugsverslaving te temperen was er hulp nodig geweest van ketenpartners als verslavingszorginstellingen.

“Wij zijn onvoldoende toegekomen aan het behandelen van zijn autisme. Wij zijn geen klinische afdeling om autisme te behandelen”, zegt Hanegraaf. Over de tekortkoming van de ggz-instelling op het gebied van zijn verslavingsbehandeling zegt hij: “Daar kunnen we wel wat mee, maar tot op beperkte hoogte. Als het een groot deel van de problematiek wordt, dan hebben we daar de ketenpartners voor nodig.” Toch was dan alsnog het probleem niet opgelost, want ketenpartners in de verslavingszorg kunnen niets doen aan autisme.

Patiënten met meervoudige problemen zijn geen onbekend fenomeen. Bij meerdere problemen voldoet een standaardbehandeling echter niet meer. En op dat moment hebben ggz-instellingen onvoldoende mogelijkheden tot maatwerk, zegt Ggnet-bestuurder Kees Lemke. Dit beaamt Hanegraaf: de ggz schiet ernstig tekort bij de behandeling van patiënten met meervoudige problematiek.

In een persverklaring schrijft GGZ Oost Brabant dat het zich altijd zal blijven inspannen voor patiënten met meerdere problemen. De ggz-instelling betreurt het ten zeerste dat het hen niet is gelukt om Martijn de juiste hulp te bieden. Het is volgens de organisatie niet ongewoon dat er voor dergelijke cliënten niet altijd direct een oplossing te vinden is. Ook is het soms afhankelijk van wachtlijsten voor zeer gespecialiseerde zorg. Dit probleem is een onderdeel van de samenleving, maar het komt niet als dusdanig naar voren. 

©Nationale Zorggids