Bij kinderen die te vroeg worden geboren, ontwikkelen de hersenen zich later minder goed. Ook blijkt de structuur van hun hersenen anders. Zelfs bij kinderen die slechts vier tot zes weken te vroeg ter wereld komen, blijken hun hersenen op latere leeftijd minder witte stof te bevatten dan bij kinderen die op tijd geboren worden. Dat blijkt uit een Amerikaans onderzoek aan de Universiteit van Iowa, zo meldt Nu.nl.
Kinderen uit een vroeggeboorte hebben over het algemeen een relatief kleine thalamus. De thalamus is een hersenkern die betrokken is bij de aansturing van bewegingen en emoties. De onderzoekers brachten de hersenen van 32 kinderen in kaart. Al deze kinderen waren zes tot vier weken te vroeg geboren en waren ten tijde van het onderzoek tussen de zeven en dertien jaar oud. De kinderen ondergingen tests waarmee hun motoriek en leervermogen werden gemeten. De resultaten werden vergeleken met de gegevens van kinderen met dezelfde leeftijd, die niet te vroeg waren geboren.
De resultaten laten zien dat vroeggeboorte niet alleen invloed heeft op de hersenstructuur van kinderen, maar ook op hun leervermogen. Zo lijken te vroeg geboren kinderen iets meer moeite te hebben met bepaalde geheugentaken en taken waarbij ze snel visuele informatie moeten verwerken en interpreteren.
De onderzoekers tekenen hierbij aan dat de verschillen tussen de twee testgroepen zeer klein zijn en dat ook de opzet van de studie te kleinschalig is om definitieve conclusies te trekken. Wel zijn ze van mening dat hun bevindingen nader onderzoek verdienen. 'Onze eerste bevindingen laten zien dat kinderen die te vroeg zijn geboren wel degelijk afwijkingen in hersenstructuur hebben en ook vaak een achterstand hebben bij bepaalde cognitieve taken', aldus onderzoeker Jan Brumbaugh.
© Nationale Zorggids
