In 2015 is er bij CZ veel misgegaan na de overheveling van het pgb in de Zvw. Daarom is de verzekeraar overgestapt naar een nieuw beleid. “Na de overheveling is besloten dat de wijkverpleegkundige de indicatie stelt voor het pgb. Zij geeft de indicatie af aan de cliënt. Die voegt daaraan verdere benodigde informatie toe en dient alles bij de zorgverzekeraar in. Maar omdat dit proces pas laat duidelijk werd, was er voor wijkverpleegkundigen onvoldoende tijd zich op deze extra taak te richten”, zegt woordvoerder Els Postma van CZ. Zo bleek dat sommige verpleegkundigen er niet van op de hoogte waren dat ze mochten indiceren en daarnaast werd er qua bezetting onvoldoende rekening mee gehouden. Volgens CZ resulteerde dit in een vervelende situatie, niet alleen voor de wijkverpleegkundige, maar ook voor de cliënt en de zorgverzekeraar.

Door per regio twee zorginstellingen met verpleegkundigen aan te wijzen, verdwijnen de problemen van vorig jaar, meent CZ. Het zorgt voor duidelijkheid op het gebied van de indicaties en cliënten hoeven er minder lang op te wachten. “Bovendien hebben de aangewezen zorgaanbieders nu wel extra mensen in dienst voor het doen van de pgb-indicaties”, aldus Postma.

De wijkverpleegkundigen zijn verbaasd over de beslissing van CZ. Zij vinden dat de zorgverzekeraar niet de regie moet hebben, maar de wijkverpleegkundige. Op deze manier wordt alle regie bij de verpleegkundige weggehaald. Volgens het pgb-regelement mogen verzekeraars voorwaarden stellen aan de indicatiestelling, maar volgens wijkverpleegkundige Yolande van den Brink gaat CZ hierin te ver. “De wijkverpleegkundige is onafhankelijk en eindverantwoordelijk.” 

©Nationale Zorggids