De artsen die onzorgvuldig hebben gehandeld bij het verlenen van euthanasie vanuit de Levenseindekliniek, worden niet vervolgd door het Openbaar Ministerie (OM). Dit staat in het jaarverslag van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE). In twee gevallen hadden de artsen die verbonden zijn aan de Levenseindekliniek niet genoeg gronden voor euthanasie, maar hebben deze uiteindelijk wel uitgevoerd. Dit meldt Trouw.
De artsen gingen in de mist door bij één patiënt geen onafhankelijke psychiater te raadplegen. De vrouw was al decennia depressief. Volgens de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en artsenfederatie KNMH had dat wel moeten gebeuren. In een ander geval was de wilsverklaring van een hoogbejaarde vrouw wel twintig jaar oud. Volgens dezelfde richtlijnen mag een wilsverklaring niet gedateerd zijn. Daarnaast was de arts onduidelijk in zijn oordeel of de vrouw wel ondraaglijk leed.
Het Openbaar Ministerie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zullen de mannen niet vervolgen voor hun onzorgvuldig handelen. Hoewel één arts tijdens het verhoor tegenstrijdige verklaringen gaf, heeft de man verbetering beloofd. Ook de Levenseindekliniek heeft beloofd beter te handelen in de toekomst.
Het is niet de eerste keer dat een arts in een vergelijkbare situatie niet vervolgd wordt na het verlenen van euthanasie. In 2015 legden het OM en de IGZ ook de kritiek naast zich neer toen euthanasie verleend werd bij een jonge vrouw met een gedateerde wilsverklaring.
© Nationale Zorggids
De primaire bron: http://www.euthanasiecommissie.nl/uitspraken/jaarverslagen/2015/april/26/jaarverslag-2015. Daarin is te lezen dat de gevallen waar Trouw over schrijft, uit 2014 komen.