Normal_martin_van_rijn_staatssecretaris_vws_pvda

DEN HAAG (Novum) - Het kabinet wil beginnen met de hervorming van de langdurige zorg voor ouderen en mensen met een beperking. Staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn (PvdA) heeft donderdag een brief aan de Tweede Kamer gestuurd, waarin hij uiteenzet hoe hij de afspraken uit het regeerakkoord over de AWBZ wil uitvoeren.

"Deze brief is het beginpunt van een verantwoorde hervorming van de langdurige zorg en niet het eindpunt", stelt de staatssecretaris. Kern van de hervorming is dat gemeenten zorgtaken moeten gaan uitvoeren die nu nog onder de AWBZ vallen. Verder is het streven dat mensen met behulp van ondersteuning langer thuis blijven wonen.

Om dit te bereiken gaan verzekeraars zich meer bezighouden met thuisverpleging. Ook stelt het kabinet tweehonderd miljoen euro beschikbaar voor wijkverpleegkundigen en worden gemeenten gestimuleerd om zogeheten wijkteams op te zetten. Hiervoor is vijftig miljoen euro beschikbaar.

Alleen de zware vormen van zorg worden nog vergoed via de AWBZ. Dat is nodig om het stelsel betaalbaar te houden. Van Rijn herhaalt nog eens waarom de langdurige zorg op de schop moet. Bij aanvang kostte de AWBZ nog 275 miljoen euro, inmiddels is dat opgelopen tot 25,1 miljard in 2011. Het kabinet wil op termijn structureel 3,5 miljard euro bezuinigen.

"Wij moeten niet terug naar de tijd dat participatie afhankelijk was van liefdadigheid", schrijft Van Rijn. "Tegelijkertijd willen we ook geen samenleving, waarin het tegengaan van eenzaamheid afhankelijk is van betaalde en verzekerde zorg."

Niettemin zullen de veranderingen in de langdurige zorg veel gaan vragen van alle betrokkenen. "Degenen die een beroep willen doen op ondersteuning of zorg worden aangesproken op wat zij samen met hun sociale omgeving kunnen doen." Van de samenleving als geheel vraagt dat 'meer betrokkenheid en zorg voor elkaar', aldus Van Rijn.

Van Rijn tekende woensdag samen met minister van Volksgezondheid Edith Schippers en werkgevers en de vakbonden al het zorgakkoord. Daarin werd onder meer de bezuinigingen op de thuiszorg afgezwakt. Ook ging de nullijn voor zorgpersoneel van tafel.