De overheid bemoeit zich te veel met hoe gemeenten hun zorgtaken uitvoeren. Volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) stelt de Tweede Kamer zich onwaardig op tegenover gemeenten. Onder andere de D66, CDA en PVV vinden dat staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid de gemeenten te lang hun gang heeft laten gaan als het gaat om het toekennen van huishoudelijke hulp. Dat meldt de Volkskrant.
Van Rijn moet ingrijpen bij gemeenten die hun beleid voor huishoudelijke hulp niet op orde hebben, vindt de Tweede Kamer. Maar de gedwongen aanpak van de Kamer vindt de VNG een stap te ver gaan. “Bij de decentralisatie van de zorg is de verantwoordelijkheid hiervoor komen te liggen bij de gemeenteraden. De Tweede Kamer moet dan niet bij het eerste zuchtje wind de verantwoordelijkheid naar zich toetrekken”, zegt VNG-woordvoerder Mariëtte van Leeuwen. Het is volgens de VNG onterecht dat de Tweede Kamer de gemeenten benadeeld. De wet was niet duidelijk genoeg, maar maar de uitspraak van de hoogst bestuursrechter is er nu duidelijkheid. En daarmee gaat VNG aan de slag.
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) oordeelde vorige week woensdag dat de huishoudelijke hulp wel degelijk onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) valt. Aanleiding voor de uitspraak waren de minstens twintig gemeenten die besloten hadden dat huishoudelijke hulp niet meer bekostigd hoefde te worden. Het huis schoonmaken valt volgens de CRvB wel onder de wet en gemeenten moet hierbij zelfs maatwerk bieden. Hulpbehoevenden moeten dusdanig ondersteund worden zodat ze zo lang en zo veel mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen.
©Nationale Zorggids
