RvS: 'Wetsvoorstel voor hulp bij stemmen moet zorgvuldiger'

Het demissionaire kabinet wil binnen een nieuw wetsvoorstel experimenteren met hulp aan mensen met een beperking of dementie in stemhokjes. De Raad van State oordeelt echter dat er nog te veel onduidelijkheden in de wet zitten. Voordat met het experiment gestart kan worden, moeten de diverse problemen van de verschillende doelgroepen in kaart worden gebracht, omdat de beperkingen van kiezers erg van elkaar kunnen verschillen. Ook wil de Raad van State dat er eisen komen voor de inrichting van het stemlokaal en moet worden vastgelegd hoe kiezers kunnen aangeven dat ze hulp nodig hebben. Dit melden de Raad van State en MSN. 

De regering wil dat zo veel mogelijk kiezers zelf in staat zijn hun stem uit te brengen in het stemhokje. Voor mensen met een lichamelijke beperking bestaat er al een mogelijkheid te worden geholpen bij het stemmen. Zij mogen iemand van hun eigen keuze meenemen in het stemhokje om hen bijvoorbeeld te helpen met het openvouwen van het stembiljet of het inkleuren van het stemvakje. Voor andere kiezers is dat verboden vanwege het stemgeheim en het risico van beïnvloeding.

Waarborg tegen ongewenste beïnvloeding

De regering wil in het bijzonder mensen met een verstandelijke beperking, dementie of kiezers die laaggeletterd zijn hulp bieden. Deze beperkingen kunnen niet objectief worden vastgesteld door stembureauleden. In het wetsvoorstel wordt daarom een experiment voorgesteld om alle kiezers die dat willen hulp te bieden met het uitbrengen van hun stem. Die hulp wordt geboden door een lid van het stembureau. Op die manier wordt een waarborg ingebouwd tegen ongewenste beïnvloeding.

Verschillende problemen in kaart brengen

Ook de Raad van State vindt het belangrijk dat zoveel mogelijk kiezers hun stem kunnen uitbrengen, maar omdat verkiezingen een belangrijke plek innemen in de democratie is het wel belangrijk om het experiment zorgvuldig uit te voeren. Omdat de beperkingen van kiezers erg van elkaar kunnen verschillen, is het belangrijk om te weten tegen welke problemen deze mensen bij het stemmen aanlopen. Daarnaast is het bij een experiment belangrijk dat kan worden vastgesteld of het beoogde doel is bereikt. Daarom adviseert de Afdeling om de evaluatiecriteria beter vast te leggen en duidelijker te omschrijven. Ook wordt de regering gevraagd om aan te geven hoe zij ervoor wil zorgen dat een representatieve groep gemeenten aan het experiment deelneemt. Op die manier kan het experiment beter worden geëvalueerd en is de kans op een geslaagd experiment groter.

De voorgestelde hulp bij het stemmen zal niet direct voor heel Nederland gelden, maar in eerste instantie voor de kiezers in ongeveer vijftien gemeenten. Gemeenten die mee willen doen, kunnen zich aanmelden bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het experiment duurt zeven jaar.

Door: Nationale Zorggids