Logo_logo_nederlandse_zorgautoriteit

In 2015 behandelden huisartsen meer patiënten met psychische klachten dan voorheen. Het aantal patiënten in de gespecialiseerde ggz is tegelijkertijd gedaald. Een reden hiervoor kan zijn dat patiënten verschuiven van de gespecialiseerde ggz naar de huisarts, maar dat is volgens de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) niet zeker. Daarom gaat het onderzoek doen naar de patiëntenstromen in de geestelijke gezondheidszorg. Dat meldt de NZa. 

Mensen met lichte psychische problemen worden door de huisarts beoordeeld. Deze bekijkt of de patiënten in behandeling kunnen bij de praktijkondersteuner voor de ggz, of hij verwijst ze door naar de basis- of gespecialiseerde ggz. Ten minste 390.000 mensen werden in 2014 voor een consult doorverwezen naar de praktijkondersteuner, dat is twee keer zoveel als het jaar ervoor.

Het lijkt erop dat er tevens een verschuiving heeft plaatsgevonden van de gespecialiseerde ggz naar de basis ggz. De in 2014 ingevoerde basis ggz behandelde dat jaar 310.000 patiënten. In datzelfde jaar vond er een daling van 20 procent plaats van het aantal patiënten in de gespecialiseerde ggz.

Het afgelopen jaar zijn de wachttijden in de gespecialiseerde ggz toegenomen, gemiddeld was dat aanmeldwachttijd zo'n 5,6 week. Verzekeraars en ggz-aanbieders hebben echter een norm van vier weken afgesproken. Toch is bij 60 procent van de aanbieders van gespecialiseerde ggz de wachttijd binnen de norm. Een aanmeldwachttijd is de tijd tussen het eerste contact van de behandelaar met de patiënt en het eerste gesprek. Volgens de NZa moeten zorgverzekeraars iets aan de wachttijden doen. Zij hebben een zorgplicht en moeten daarom hun klanten doorverwijzen naar een andere aanbieder zonder (lange) wachttijden. 

©Nationale Zorggids