De NPCF, de Hart&Vaatgroep en de Hartstichting roepen het ziekenhuis op direct actie te ondernemen en niet te wachten op resultaten van nieuw onderzoek. "Als door een arbeidsconflict de levens van patiënten in gevaar zijn, is dat een zeer kwalijke zaak die om direct ingrijpen vraagt", aldus de laatste twee organisaties.

De drie organisaties uitten hun zorgen in een reactie op een bericht van het radioprogramma Argos dat het sterftecijfer bij cardiochirurgische operaties in het hartcentrum van het ziekenhuis in Den Haag al jaren hoger zou liggen dan bij andere hartcentra. Argos meldde zaterdag ook dat jarenlang lagere sterftecijfers zijn doorgegeven aan de Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie.

Het ziekenhuis heeft zaterdag tijdens een persconferentie aangegeven dat de patiëntveiligheid niet in gevaar is geweest. Ook zouden geen patiënten nodeloos zijn overleden. Wel worden nog casussen door externen nagespeurd. De uitslag van dit onderzoek volgt vermoedelijk over een of twee weken.

Het ziekenhuisbestuur werd eind 2011 volgens bestuursvoorzitter Chiel Huffmeijer door de vakgroep op de hoogte gesteld van de samenwerkingsproblemen. Daarop werden een arbeidspsycholoog en twee oud-hoogleraren cardiologie en cardiochirurgie gevraagd onderzoek te doen. Dit externe onderzoek wees volgens Huffmeijer in augustus vorig jaar uit dat de samenwerkingsproblemen niet met gesprekken op te lossen waren.

Ook concludeerden de onderzoekers dat de patiëntveiligheid niet in het geding is geweest, maar dat de situatie zo niet voort kon bestaan. Het hoofd van de afdeling is inmiddels van die leidinggevende functie ontheven en ook is de toelatingsovereenkomst met een van de chirurgen opgezegd.

Het onderzoek wees verder uit dat van 2007 tot 2010 lagere sterftecijfers zijn doorgegeven aan de Nederlandse Vereniging van Thoraxchirurgie (NVT). Waarom dat is gedaan, is Huffmeijer een raadsel, zei hij. "Onderregistratie is strafbaar als er iets mee wordt bereikt. Maar wat ze ermee wilden bereiken is ons ook niet duidelijk."

De bedoeling van het systeem waarin de cijfers terechtkwamen was volgens de bestuursvoorzitter verbeterslagen maken als centrum. "Dat doe je alleen door ook te refereren aan anderen." De onderregistratie zit het ziekenhuis volgens Huffmeijer wel dwars. "Het is slecht voor het imago van het Hagaziekenhuis."

Dat het ziekenhuis niet eerder wist van de onderregistratie, kwam volgens hem doordat het systeem van de vereniging van, voor en door professionals is. De chirurgen zitten zelf in de registratiecommissie. "Als ziekenhuis krijgen we geen terugkoppeling."

Huffmeijer gaf verder toe dat de sterftecijfers in het hartcentrum in 2007 en 2008 hoger dan gemiddeld zijn geweest. Het hartcentrum ging in 2004 van start. Tot aan 2007 lagen de sterftecijfers op het gemiddelde niveau, maar in 2007 en 2008 lagen ze daarboven. Door middel van verschillende maatregelen daalden de cijfers volgens de bestuursvoorzitter weer, waardoor van 2009 tot en met 2012 de sterftecijfers weer rond het gemiddelde zaten. "Waar we ook graag blijven."

De bestuursvoorzitter tekende wel aan dat alleen sterftecijfers niet alles zeggen. Als een afdeling chirurgie bijvoorbeeld te maken heeft met veel patiënten met een slechte gezondheid, is de kans dat die overlijden groter. "Het blijft een lastig vraagstuk, maar je moet wel kijken naar de relatie met de patiëntenpopulatie."

Huffmeijer heeft verder laten weten dat voor zover hij weet, er geen schadeclaims zijn ingediend. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is vanaf het bekend worden van de resultaten van het externe onderzoek geïnformeerd, aldus Huffmeijer. Ook met de NVT is contact geweest, in dat geval vooral vanwege de onderregistratie.

Het ziekenhuis heeft inmiddels een samenwerking met de hartchirurgie van het Leids Universitair Medisch Centrum op poten gezet. Professor van het LUMC Robert Klautz begint maandag als hoofd van de vakgroep cardiochirurgie in het Hagaziekenhuis. Daarmee is volgens het Hagaziekenhuis het samenwerkingsprobleem helemaal opgelost.