Kinderen met een beperking worden vijf keer zoveel buitengesloten als kinderen zonder beperking, blijkt uit onderzoek van Stichting het Gehandicapte kind. 22 procent van de kinderen met een beperking zegt (heel) vaak of altijd buitensluiting te ervaren, tegenover 5 procent van de kinderen zonder een handicap. Vier op de vijf kinderen met een beperking ervaart überhaupt buitensluiting. Dit meldt het Gehandicapte kind in het kader van de Week van het Gehandicapte Kind. Een nieuwe petitie roept de regering op om het buitensluiten van kinderen met een handicap te stoppen.
De stichting maakt zich grote zorgen over het aantal kinderen dat wordt buitengesloten als gevolg van hun beperking. Dit heeft namelijk levenslang effect op hun zelfvertrouwen. Kinderen met een beperking geven hun leven drie keer vaker dan kinderen zonder beperking een onvoldoende. Het Gehandicapte Kind pleit dan ookvoor meer deelname aan de samenleving en een hogere plek op de sociale agenda.
Hechtingsbehoefte
“Onze hersenen registreren buitengesloten worden op dezelfde manier als fysieke pijn. Buitengesloten worden voelt als gestraft worden. Kinderen hebben een enorme hechtingsbehoefte en gehecht zijn is het tegenovergestelde van buitensluiting”, aldus ontwikkelingspsycholoog Steven Pont.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky
Afbeelding: Masja Stolk
