Normal_copyright_stockfreeimages_dokter_huisarts

In de onderhandelingen met zorgverzekeraars blijken huisartsen meer macht te hebben dan voorheen aangenomen werd. Er zijn zorgverzekeraars die op de lokale inkoopmarkt voor huisartsenzorg een groot marktaandeel hebben, desondanks staan huisartsen sterk in de onderhandelingen. Dit blijkt uit een onderzoek van het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (iBMG) aan de Erasmus Universiteit in opdracht van de farmaceutische afdeling van de Amerikaanse Kamer van Koophandel in Nederland (AmCham), meldt Skipr. 

De macht die een verzekeraar heeft wordt met name beperkt door de vertrouwensrelatie tussen patiënt en huisarts omdat deze vaak veel sterker is dan de relatie tussen de verzekerde en de verzekeraar. Daarom moeten verzekeraars vaak een contract afsluiten met de huisartsen. Nagenoeg 100 procent van de huisartsen wordt jaarlijks gecontracteerd. Dit geeft aan dat de huisartsen een stevige machtspositie hebben. Ook hebben huisartsen in vergelijking met hun buitenlandse collega's een inkomen op hoog niveau.

Er is een kanttekening te plaatsen bij de machtspositie van de huisartsen. Dat zij op collectief niveau een stevige positie hebben, betekent niet per se dat zij op individueel niveau ook effectief kunnen onderhandelen met zorgverzekeraars over contracten. Voor zorgverzekeraars is het ook niet mogelijk om elke praktijk individueel af te handelen. In het rapport staat: “Ofschoon een hoge mate van standaardisatie van contracten voor beide partijen efficiënt kan zijn, heeft dit als risico dat eenzijdig contractvoorwaarden worden geformuleerd die onnodig belemmerend of zelfs contraproductief zijn.”

©Nationale Zorggids