DEN HAAG (Novum) - Vrouwen in de vruchtbare leeftijd zorgen ervoor dat vrouwen gemiddeld hogere basiszorgkosten hebben dan mannen. In alle andere leeftijdsgroepen zijn de kosten van mannen juist hoger. Dat blijkt maandag uit cijfers uit 2010 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de vergoedingen uit de basisverzekering.
Gemiddeld kwamen de zorgkosten uit de basisverzekering in Nederland per persoon uit op 2100 euro per jaar. Voor vrouwen ligt dat met 2220 euro hoger dan voor mannen, waarvoor de kosten gemiddeld 1980 euro bedragen.
De hogere kosten voor vrouwen zijn te verklaren door de flink hoge kosten voor ziekenhuiszorg, verloskunde, kraamzorg en medicijnen voor vrouwen die zwanger zijn of zijn bevallen. Dat in andere leeftijdgroepen mannen juist duurder zijn voor verzekeraars, komt vooral doordat zij op hogere leeftijd vaker in het ziekenhuis worden opgenomen dan hun vrouwelijke leeftijdgenoten.
Verdeeld over inkomensgroepen blijkt dat vooral de lagere inkomens meer zorgkosten maken. De kosten voor de tien procent laagste inkomens zijn ongeveer anderhalf keer zo hoog als de tien procent hoogste inkomens. Alleen voor verloskundige zorg en kraamzorg zijn de kosten het hoogst bij de hogere inkomensgroepen.
Dat lagere inkomens meer zorgkosten hebben is volgens een woordvoerder van het CBS ook deels de verklaring voor de constatering dat niet-westerse allochtonen duurder zijn voor zorgverzekeraars dan autochtonen. Gecorrigeerd voor verschillen in leeftijdsopbouw is het gemiddeld betaalde bedrag voor niet-westerse allochtonen zeventien procent hoger dan voor autochtonen.
De gemiddelde zorgkosten van 2100 euro worden ongeveer voor de helft betaald uit de premie-inkomsten van de basiszorgverzekering. De andere helft van de kosten wordt betaald uit een vereveningsfonds, dat wordt gevuld met de zorgpremie die werkgevers betalen voor hun werknemers.
