Normal_geheugen__hersenen

Het geheugen van mensen met een dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) of meervoudige persoonlijkheidsstoornis (MPS) werkt anders dan gedacht. Dit heeft gevolgen voor het onderscheid dat wordt gemaakt tussen DIS en PTSS (Posttraumatische Stressstoornis), zo meldt Blik op Nieuws.

Psycholoog Rafaele Huntjens van de Rijksuniversiteit Groningen voerde voor de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) experimenten uit die een ander licht werpen op patiënten met DIS. Zij blijken veel moeite te hebben met het herinneren van specifieke persoonlijke gebeurtenissen. Daarom neigen ze naar een meer algemene stijl van herinneren, waarbij wordt teruggedacht aan gebeurtenissen die een langere periode betreffen of aan gebeurtenissen die meerdere keren voorkwamen.

Een dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) kan ontstaan als reactie op traumatische ervaringen. Een patiënt ontwikkelt soms meerdere identiteiten, waaronder een trauma-identiteit (die meegemaakte negatieve gebeurtenissen bij zich draagt) en een vermijdende identiteit (die geen weet heeft van de traumatische ervaringen). De trauma-identiteit zou overspoeld worden door specifieke persoonlijke herinneringen, terwijl de vermijdende identiteit vaker neigt naar zogenoemde overalgemene herinneringen. Huntjens concludeert dat het toch anders in elkaar zit: ‘De neiging tot overalgemeen herinneren verschilt niet tussen identiteiten. Het lijkt erop dat we ons beeld van DIS moeten bijstellen.'

De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in het Journal of Abnormal Psychology.

© Nationale Zorggids