Normal_moeder_zoon_kind_familie_gezin

Voor moeders met jonge kinderen is in deeltijd werken de nieuwe sociale norm geworden. Zowel de moeders met een voltijds baan als de thuisblijfmoeders krijgen te maken met onbegrip en verwijten vanuit hun sociale omgeving. Justine Ruitenberg, onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam, bevroeg 935 moeders met een thuiswonend kind van twaalf jaar of jonger. Dat meldt Kinderopvangtotaal.

Ruitenberg concludeert uit de enquêtes dat Nederlandse moeders niet zo veel keuzevrijheid hebben als wel eens wordt gedacht. De sociale achtergrond en mensen in de omgeving van jonge moeders, zoals ouders, de partner en werkgevers blijken van grote invloed. De arbeidskeuzes van moeders worden bepaald door 'wat Nederland vindt'. Veel vrouwen lijken zich te laten sturen door het beeld dat moeders zowel voor hun kind moeten zorgen als moeten werken aan hun carrière.

De ondervraagde moeders geven aan wel tevreden te zijn met het aantal uren dat ze werken. Dertig procent van de respondenten zegt te willen werken om economisch zelfstandig te kunnen zijn. Na enig doorvragen door de onderzoeker bleek wel dat deze vrouwen vaak gestimuleerd zijn door een krachtige moeder of juist door een moeder die klaagde over het huisvrouwenbestaan. Een minderheid (42 procent) van de Nederlandse moeders geeft aan dat ze zich ooit gestimuleerd hebben gevoeld om het maximale uit zichzelf te halen als het gaat om hun werk.

Van alle burgers in de Europese Unie (EU) blijken Nederlanders het vaakst in deeltijd te werken en hebben zij hier ook de minste moeite mee. Dat blijkt uit cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat uit 2013. Volgens die cijfers werkt bijna de helft van de werkenden in ons land in deeltijd. Gemiddeld ligt het aantal parttimers in de EU op 19,9 procent.

© Nationale Zorggids