Normal_hielprikje_voetje_baby_geboorte

Naast individuele kenmerken zoals leeftijd of etniciteit heeft de buurt waarin een vrouw woont, invloed op het geboortegewicht van haar kind en de kans op vroeggeboorte. Dit is de uitkomst van het proefschrift 'Geboren in ongelijkheid' van promovenda Vera Schölmerich. Volgens Schölmerich is geboorteongelijkheid te bestrijden door interventies op buurtniveau en veranderingen in zorgsysteem. Dit meldt het Erasmus MC.

De ongelijkheid in geboorte-uitkomsten tussen arme en rijke buurten in Nederland is een zorgelijke ontwikkeling. In de armste wijken van Rotterdam overlijden 17 keer zo veel baby's rond de geboorte als in rijke wijken. Schölmerich analyseerde gegevens van meer dan 1,6 miljoen zwangerschappen in bijna alle buurten in Nederland. Uit de analyse blijkt dat naast factoren als leeftijd en etniciteit, ook de buurt waarin een vrouw woont van invloed is op haar kansen op een gezonde baby. Schölmerich: 'Buurten kunnen de geboorte-uitkomsten van zwangere vrouwen op verschillende manieren beïnvloeden. Denk aan een zwangere vrouw die zich in haar buurt onveilig voelt. Zij zal meer stress ervaren, en stress is een belangrijke voorspeller van een vroeggeboorte.'

Schölmerich: 'De huidige aanpak voor het verbeteren van geboorte-uitkomsten richt zich op het verbeteren van de verloskundige zorg, of op de zwangere vrouwen zelf – vooral door hun kennis over gezond gedrag te verhogen. Uit ons onderzoek blijkt dat het hiernaast belangrijk is om de buurten zelf te verbeteren – bijvoorbeeld door het gevoel van saamhorigheid te verhogen, of de veiligheid te vergroten.'

Volgens de promovenda is het huidige systeem om vrouwen in risicogroepen in te delen in de verloskunde niet adequaat. Vrouwen worden nu ingedeeld in een ‘hoge’ of ‘lage’ risicogroep, waarbij de eerste groep zorg krijgt van een gynaecoloog en de tweede van een verloskundige. Schölmerich pleit voor integrale zorg binnen de verloskunde, waarin deze zwangere vrouwen zowel de verloskundige als de gynaecoloog zien. Hiervoor is een aanpassing in het beleid noodzakelijk, evenals een verbetering van de samenwerking tussen verloskundigen en gynaecologen. Deze samenwerking verloopt nog niet optimaal. Zo ontdekte Schölmerich dat zwangere vrouwen soms zelf moesten zorgen voor samenwerking tussen de gynaecologen en verloskundigen door wie ze behandeld werden en dat medische gegevens in veel gevallen niet gedeeld worden.

© Nationale Zorggids