Normal_ouderen_handen_thuiszorg_steun

De eigen bijdrage voor langdurig gebruikers van zorg aan huis was in 2015 gemiddeld ruim 47 euro per zorgperiode van vier weken, 12 euro meer dan het jaar ervoor. Dat meldt CBS op basis van onderzoek in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid. Volgens het ministerie is de feitelijk betaalde eigen bijdrage minder hoog dan verwacht. Dat melden CBS en Rijksoverheid. 

De eigen bijdrage voor zorg aan huis groeide in 2015 onder andere door de afschaffing van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg). Door het afschaffen van deze korting zou bij gelijkblijvend zorggebruik de eigen bijdrage in 2015 met 50 procent stijgen. Onder andere doordat een deel van de gemeenten zelf een korting toepaste, is de gemiddelde stijging uitgekomen op bijna 34 procent.

Gemeenten kunnen zelf bepalen of en voor welke inkomensgroepen ze deze korting toepassen. Naast het aanpassen van de eigen bijdrage kunnen gemeenten ook andere compenserende maatregelen treffen, zoals een financiële tegemoetkoming uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of bijzondere bijstand. Deze maatregelen zijn niet meegenomen in de berekende eigen bijdragen.

Voor alleenstaanden met een inkomen onder 20.000 euro zonder vermogen is de eigen bijdrage in 2015 procentueel gezien het meest gestegen, met 40 procent. Ze betaalden gemiddeld 5 euro meer per zorgperiode van vier weken dan in 2014. De hoogte van de eigen bijdrage voor langdurige zorg hangt af van zorggebruik, inkomen, vermogen, huishoudenssamenstelling en leeftijd. AOW-gerechtigde zorggebruikers betalen over het algemeen een hogere eigen bijdrage dan niet-AOW gerechtigden in dezelfde inkomensgroep.

“Het kabinet heeft al 50 miljoen euro extra uitgetrokken voor het verlagen van de eigen bijdrage Wmo. Uit dit onderzoek haal ik twee signalen. Eén: gemeenten compenseren minima en chronisch zieken voor zorgkosten. Twee: mede omdat 2015 een overgangsjaar was, is het van belang de eigen betalingen te blijven volgen”, aldus staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid in een reactie op het onderzoek. 

Door: Redactie Nationale Zorggids