ALPHEN (Novum) - De GGD Hollands-Midden, die onderzoek deed naar getroffenen en betrokkenen bij het schietincident in Alphen aan den Rijn een jaar geleden, constateert dat de hulpverlening achteraf tekortschiet.
Eerder meldde PvdA-Kamerlid Ahmed Marcouch dat een gedeelte van de slachtoffers zich in de steek gelaten voelt.
Het onderzoek van de GGD wordt maandag officieel gepresenteerd. HP/De Tijd wist de hand te leggen op de samenvatting van het onderzoek en plaatste dat zondag op zijn website.
Aan het onderzoek namen ruim tweehonderd mensen deel, van de achthonderd mensen die de GGD had aangeschreven.
In totaal gaven 37 van de onderzochte personen - vooral getuigen van het incident, maar ook een enkele zorgverlener - aan dat ze niet de hulp krijgen waar ze behoefte aan hebben, concludeert de GGD.
Ze hebben onder meer het gevoel de situatie 'minder goed aan te kunnen', hebben meer gezondheidsklachten, slapen slechter en hebben een groter gevoel van onveiligheid.
De Alphense burgemeester Bas Eenhoorn (VVD) zei maandag in Eenvandaag dat de gemeente de behoefte aan nazorg voor de slachtoffers van de schietpartij vorig jaar in winkelcentrum De Ridderhof had onderschat.
"Ik had niet verwacht dat het zo lang zou duren. Daar hadden we niet direct rekening mee gehouden", aldus Eenhoorn.
Eind juni worden de resultaten van het onderzoek besproken tijdens een bijeenkomst van de gemeente en de GGD met de politie en en 'lokale zorgpartijen'.
Daarin moet onder meer aan de orde komen wat er het komende jaar nog moet gebeuren in de hulpverlening aan slachtoffers, nabestaanden, getuigen en zorgverleners.
Bij de schietpartij schoot Tristan van der V. vorig jaar op een zaterdagmiddag zes mensen dood. Daarna maakte hij een einde aan zijn eigen leven.
