Normal_internet1

Zorgverleners en patiënten hebben via online psychologische interventies onvoldoende ruimte voor behandeling op maat. Deze interventies zijn nu nog te veel gericht op standaard behandelprotocollen. Dat meldt Zorgvisie. 

Stijn Friederichs is psycholoog bij TelePsy en deed onderzoek onder vijftig ggz-professionals. Hieruit bleek dat de professionals behoefte hebben aan losse e-health onderdelen, terwijl ggz-aanbieders zich nu nog richten op digitale standaardmodules. De conclusies uit dit onderzoek sluiten aan op een eerder uitgevoerd onderzoek door andere psychologen. “In die studie gaven behandelaren aan dat digitale zorg flexibel inzetbaar zou moeten zijn. De standaard-patiënt bestaat immers niet. Het simpelweg kopiëren van standaard therapieprotocollen naar online programma's is daarom onwenselijk”, zegt Friederichs. Hij denkt dat het voor patiënten belangrijk is dat e-health wordt ingezet als aanvulling op reguliere behandeling en niet als een op zichzelf staande behandeling.

Friederichs merkt vaak dat er door gebruik van e-health een verbetering in de behandelrelatie plaatsvindt. Patiënten voelen zich meer betrokken en hebben het gevoel controle te hebben over de situatie. “We moeten er wel voor waken dat e-health een doel op zich wordt. Het is een hulpmiddel voor patiënten en zorgverleners. Als je e-health op die manier toepast, ontstaan er mogelijkheden om de kwaliteit en de kosten-effectiviteit van zorg te verbeteren.”

©Nationale Zorggids