De inkoop van dementiezorg laat veel ruimte voor verbetering, zo blijkt uit een enquête onder alle 64 dementienetwerken. Er is ontevredenheid over de mate van verbetering ten opzichte van vorige jaren, de lage vergoedingen en onduidelijkheid vanuit de zorgverzekeraars. Slechts vijf procent van de ondervraagden vindt de inkoop van dementiezorg dit jaar beter dan in 2016. Dit meldt Zorgvisie.
Zowel de inkoop van individueel casemanagement als de hele ketenprestatie scoren volgens de enquête niet hoog. De ketenregisseurs zijn niet tevreden over de ruimte voor maatwerk en ruimte voor onderhandelingen. Zo wordt dementiezorg in de meeste gevallen betaald volgens het integrale tarief voor wijkverpleging. Echter is dit uurloon zo laag, dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vreest dat zorgaanbieders niet te kunnen voldoen aan het juiste deskundigheidsniveau. Dit blijkt uit de monitor wijkverpleging dat de NZa gisteren publiceerde.
Ook zouden inkoopafspraken voor 2017 problemen opleveren voor ketenregisseurs. De afspraken zouden lastig uitvoerbaar zijn binnen het individueel casemanagement in de regio. Dit heeft ook te maken met het integrale uurtarief vanuit de wijkverpleging. Daarom zou er volgens de ondervraagden een passend tarief moeten komen met vergoedingen voor directe en indirecte tijd binnen individueel casemanagement.
De resultaten van de enquête zullen door zorgverzekeraars gebruikt worden om de inkoopafspraken van casemanagement en de ketenprestatie dementie voor 2018 beter te maken. De partijen voeren overleg over mogelijke verbeteringen. Zo zouden de verschillende regio’s dementiezorg anders organiseren, waardoor zij moeilijk met elkaar te vergelijken zijn. Daarom vragen de partijen zich af of de regio’s de vrijheid moeten houden voor het op maat inrichten van dementiezorg in de regio.
Door: Redactie Nationale Zorggids
