Misbruik

DEN HAAG (Novum) - Wim Deetman herkent zich 'absoluut niet' in de kritiek dat hij te weinig tijd heeft uitgetrokken voor het onderzoek naar vrouwelijke slachtoffers van seksueel misbruik in de rooms-katholieke kerk. Dat zei Deetman maandagmiddag in een reactie.

Het vervolgonderzoek leverde een beperkt aantal van 181 nieuwe meldingen van seksueel misbruik op. De slachtofferorganisaties Vrouwenplatform Kerkelijk Misbruik (VPKK) en de stichting Koepel Landelijk Overleg Kerkelijk Kindermisbruik (KLOKK) wijten dit aan de te korte aanmeldtijd bij de commissie-Deetman, die nog geen anderhalve maand besloeg. Nog lang niet alle slachtoffers zouden zich hebben gemeld.

Deetman wees erop dat er over langere tijd meldingen konden worden gedaan, niet alleen tijden de 'specifieke periode' voor de oproep. "Wij hebben, en dat is de kern, zoveel meldingen gehad dat wij ons een goed beeld konden vormen van wat wij ons moeten voorstellen bij het geweld." Het gaat dan om het geestelijke, psychische en fysieke geweld bij de zusterordes en de internaten. "Meer meldingen hadden wij daarvoor niet nodig."

Het onderzoek heeft niet geleid tot een goede definitie van excessief geweld, op basis waarvan slachtoffers een schadevergoeding kunnen claimen. Deetman adviseert daarom een bemiddelingstraject tussen slachtoffers en de kerk over erkenning en een financiële genoegdoening.

De hogere oversten en bisschoppen van de katholieke kerk boden maandag in reactie op de resultaten in een schriftelijke reactie hun excuses aan de slachtoffers aan.