Normal_rugzak_kind

Jeugdartsen zijn onvoldoende of niet betrokken bij de eerstelijns wijkteams voor jeugd en gezin. Uit onderzoek van de vereniging AJN Jeugdartsen Nederland (AJN) onder 193 leden blijkt dat 60 procent van de jeugdartsen geen enkele betrokkenheid heeft met wijkteams. Dat meldt Medisch Contact.

Sinds de overheveling van de jeugdzorg, dragen gemeenten de verantwoordelijkheid. In de uitvoering ervan zijn wijkteams opgesteld die de eerstelijnszorg moeten verrichten. Door het gebrek aan betrokkenheid van de jeugdartsen vreest de AJN dat de focus op preventie verloren gaat en dat er onvoldoende gebruikgemaakt wordt van de kennis van de jeugdartsen. Zij volgen 90 tot 95 procent van de kinderen vanaf de geboorte. De vereniging denkt dat jeugdartsen vaak vergeten worden omdat gemeenten en andere zorgverleners de jeugdgezondheidszorg als iets vanzelfsprekends zien. “En daarmee zijn we eigenlijk onzichtbaar. Dat kan ik ook onszelf aanrekenen overigens. We hebben nooit ons best hoeven doen om onszelf als jeugdartsen neer te zetten, waardoor we daarin niet zo kundig zijn”, zegt AJN-voorzitter Mascha Kamphuis.

Er zijn geen wettelijke regels over de samenstelling van wijkteams, maar Kamphuis zou het wenselijk vinden als er minimumeisen gesteld worden met daarin eisen voor jeugdgezondheidszorg. Ook moeten jeugdartsen en -verpleegkundigen hun preventieve functie kunnen uitvoeren binnen een wijkteam. 18 procent van de jeugdartsen is momenteel onderdeel van een wijkteam, Kamphuis vindt dat het op veel plekken beter kan. Een eventuele verklaring voor het lage percentage is dat de gemeenten eerst de hulpverlening op orde willen hebben en daardoor preventieve zorg uit het oog verliezen. “We hopen dat de verbinding later nog komt”, aldus Kamphuis.

©Nationale Zorggids