Normal_bejaarde_zorg_thuiszorg_eenzaam_oudere

Ouderen moeten geen wonderen verwachten van reanimatie. Dat zegt Micheal Kuiper, directeur van de Nederlandse Reanimatieraad, in een interview in Trouw. Hij reageert hiermee op de uitkomsten van een onderzoek van het AMC. Uit dat onderzoek bleek dat ouderen die na een hartstilstand gereanimeerd worden en dat overleven, daar meestal ongeschonden of met een licht neurologische stoornis uitkomen. Dat meldt Trouw.

Uit een richtlijn die in 2013 werd gepubliceerd door huisartsen, verpleeghuisartsen en verpleegkundigen kwam naar voren dat 50 procent van de 70-plussers blijvende hersenschade aan een reanimatie overhoudt. Volgens het onderzoek van het AMC is dat maar maximaal tien procent. "Wij hebben de makers van die richtlijn destijds sterk geadviseerd om deze niet zo te publiceren”, zegt Kuiper. “Wanneer je kijkt op welke onderzoeken zij zich baseren, wordt de Nederlandse situatie genegeerd. Ze hebben onder meer Japanse en Tsjechische onderzoeken bekeken. Maar die uitkomsten zeggen vrijwel niets over de situatie in Nederland."

De vraag is of ouderen onterecht bang zijn gemaakt om na een reanimatie te eindigen als een kasplantje. Kuiper: "Die angst is in elk geval gebaseerd op onjuiste informatie. Ik denk dat niet de makers van de richtlijn bewust iets kwalijks hebben willen doen." Kuiper zegt dat de onderzoeken uit andere landen niet te vertalen zijn richting de Nederlandse situatie. De richtlijn baseert zich op onderzoeken in landen waar ze meer moeite hebben om een behandeling te staken, waardoor de mensen na reanimatie belanden in een vegetatieve of hulpbehoevende toestand. 

© Nationale Zorggids