Normal_ouderen_handen_thuiszorg_steun

De maximale eigen bijdrage voor de Wmo moet voor ouderen in alle gemeenten in Nederland weer gelijk worden getrokken. Ruim 65 procent van de ouderen vindt het onrechtvaardig dat het bedrag afhankelijk is van hun woongemeente. Dat blijkt uit een enquête onder het Ouderenpanel van de OuderenOmbudsman, waaraan 800 senioren hebben deelgenomen. 

In onder andere Amsterdam, Amersfoort en Maastricht betalen ouderen aanzienlijk minder voor de Wmo-voorzieningen dan in veel andere gemeenten in Nederland. Deze gemeenten hebben zelf besloten af te wijken van het landelijk maximum, dat door het CAK is vastgesteld. Of een oudere in de ene of de andere gemeente woont, kan daardoor op jaarbasis honderden euro's verschil uitmaken in de Wmo-kosten. Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de nieuwe Wmo. Gemeenten kopen zelf zorg in en berekenen dit door aan de Wmo-gebruikers. Per gemeente liggen hierdoor de prijzen voor dezelfde zorg anders. 
 
Hulp bij het huishouden en vervoersvoorzieningen zijn de Wmo-voorzieningen waar verreweg het meest gebruik van wordt gemaakt. Bijna zeventig procent van de ouderen zegt dit jaar meer te zijn gaan betalen voor hulp in het huishouden dan voorgaande jaren. Ruim zestig procent van de ondervraagde ouderen zegt de veranderingen in de Wmo slecht tot zeer slecht te vinden. Bijna twintig procent van de ouderen zegt sinds de veranderingen in januari 2015 minder gebruik te maken van Wmo-voorzieningen. Zeventig procent geeft aan dat dit door de gemeente is besloten. Van 22 procent van de ouderen is het een eigen keuze. Zij vinden dat de voorzieningen te duur zijn geworden. 
 
Hoewel ouderen kritisch staan tegenover de eigen bijdrage en de recente veranderingen zijn zij wel te spreken over de kwaliteit van de Wmo-voorzieningen. Ruim zestig procent is tevreden over de kwaliteit. Slechts twee procent is ontevreden. 
 
© Nationale Zorggids