Logo_logo_dnb_de_nederlansche_bank_

In de maatschappelijke discussie over zorgkosten en zorgpremies wordt regelmatig bepleit dat zorgverzekeraars lagere kapitaalbuffers kunnen aanhouden, waardoor zorgpremies kunnen worden verlaagd. Behalve bij scherpe premies zijn zorgverzekerden echter ook gebaat bij verzekeraars die in hun buffers rekening houden met alle toekomstige ontwikkelingen en risico’s. Dat schrijft De Nederlandsche Bank (DNB) in reactie op de oproep van de Consumentenbond om de premies voor de basisverzekering te verlagen.

Net als in andere jaren is er in het najaar veel maatschappelijke discussie over het vaststellen van de premies voor de basiszorgverzekering. Dit jaar krijgt deze discussie extra aandacht vanwege de lastenverzwaringen en aanvullende bezuinigingen die zijn aangekondigd om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Lagere zorgpremies zouden immers een meer dan welkom effect op de koopkracht bieden. Gunstige berichten over de winst van zorgverzekeraars en de omvang van reservebuffers die in 2012 zijn opgebouwd, voeden de gedachte dat er ruimte is voor verlaging van die buffers.

Volgens De Nederlandse Bank kan die conclusie echter niet zomaar voor de gehele verzekeringssector getrokken worden. Door de winst van de sector in 2012 is wellicht het beeld ontstaan dat zorgverzekeraars voortdurend hoge winsten maken. In werkelijkheid schommelt het bedrijfsresultaat van verzekeraars, omdat de zorguitgaven en de geschatte inkomsten elk jaar opnieuw van meerdere factoren afhankelijk zijn. De centrale bank vindt het dan ook verstandig dat verzekeraars boven de minimaal vereiste buffer een extra veiligheidsmarge hebben.

Van DNB moeten verzekeraars minimaal elf procent van de totale mogelijke schadelast in kas hebben. De bank geeft geen algemene voorschriften hoe hoog de veiligheidsmarge moet zijn. De 'interne streefnorm' verschilt per zorgverzekeraar en ligt tot nog toe meestal beduidend boven de wettelijke kapitaaleis, aldus de DNB.

© Nationale Zorggids