Gemeenten ontvangen van de inwoners van Limburg en Noord-Nederland meer aanvragen voor ondersteuning als huishoudelijke hulp, jeugdzorg en andere hulp dan elders in Nederland. Dat blijkt uit een publicatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). In het onderzoek is niet gemeten hoe intensief de ondersteuning is. Ook is er geen verklaring gevonden voor de regionale verschillen. Daarom wil het SCP hier meer onderzoek naar doen. Dat meldt de Volkskrant.
Hoogleraar burgerschap Evelien Tonkens van de Universiteit van Humanistiek ziet ook op het vlak van geestelijke gezondheidszorg dat er regionale verschillen zijn. Zuid-Limburg bijvoorbeeld gebruikt ook meer van deze zorg. “Uit de noordelijke provincies en Zuid-Limburg is een grote groep mensen op zoek naar een beter leven naar het westen getrokken, onder de achterblijvers zijn veel mensen die niet weg kunnen. De trek naar de stad toe doet iets met die regio's”, zegt Tonkens. Ze benadrukt dat niet iedereen die achterblijft hulpbehoevend is.
In Nederland zijn er 2,1 miljoen mensen die gebruik maken van voorzieningen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet of Participatiewet.
©Nationale Zorggids
