Alle overschotten in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Jeugdzorg en de Participatiewet van 2015 worden, als het aan de gemeenten ligt, uitgegeven in het sociaal domein. Gemeenten verwachten niet dat dergelijke grote overschotten als vorig jaar structureel zullen zijn. Vorig jaar bleef er 310 miljoen euro over van het Wmo-budget. Dat meldt Zorgvisie.
Onderzoekers van adviesbureau Significant ondervroegen in opdracht van het Netwerk Directeuren Sociaal Domein (NDSD) dertien gemeenten over de financiële kaders, sturing en realisatie in het sociaal domein en hoe zij daarmee omgaan sinds de decentralisatie. De uitkomsten hiervan zijn gepresenteerd in het rapport ‘Het verhaal achter onder- en overbesteding in het sociaal domein 2015’. De ondervraagde gemeenten laten weten dat 2015 nog veel onzekerheid met zich mee bracht. Onduidelijk waren de kosten die gepaard gingen met het nieuwe beleid. Sinds dit jaar hebben gemeenten betere informatie die ze kunnen gebruiken om het sociaal domein in te richten.
Maar om de decentralisatie op niveau te krijgen, moet er nog veel gebeuren. In het rapport staat dat veel gemeenten nog belangrijke investeringen moeten doen, waaronder in de ICT-processen. Gemeenten moeten een balans vinden in het opvangen van de lagere rijksbudgetten en het beschikbaar maken van tijd en middelen voor innovatie en transformatie.
Ondanks recente berichten over zorgmijding, geven de dertien gemeenten aan bijna geen signalen van zorgmijding binnen te krijgen. “Gemeenten geven aan ruimte, tijd en rust nodig te hebben voor doorontwikkeling in het sociaal domein. Ze voorzien dat het enige tijd zal duren voordat alle beoogde veranderingen zijn gerealiseerd en sprake is van een stabiel en sociaal domein”, aldus Significant in het rapport.
© Nationale Zorggids
