Staatssecretaris Van Rijn en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn het eens geworden over de budgetten vanaf 2017 voor de zorg, hulp en ondersteuning vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet. De overheid blijft bovendien 25 miljoen euro beschikbaar stellen voor gemeenten om de doelgroep beschermd wonen te ondersteunen. Dat meldt Rijksoverheid.
Per saldo gaat er vanaf 2017 minder geld voor de Wmo en Jeugdwet naar gemeenten dan oorspronkelijk geraamd. Omdat gezamenlijk is vastgesteld dat bepaalde groepen cliënten niet door gemeenten worden geholpen maar vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Gemeenten hadden en krijgen dus ook geen uitgaven voor deze groepen cliënten.
Beschermd wonen is een vorm van ondersteuning voor bijvoorbeeld mensen met ggz-problematiek die moeite hebben om op eigen benen te staan. Deskundigen en cliënten adviseren dat zoveel mogelijk thuis wonen met intensieve begeleiding het gezamenlijke doel moet zijn. Met de 25 miljoen kunnen gemeenten hier verdere stappen in blijven zetten. Daarnaast ontvangen de gemeenten vanaf 2017 jaarlijks 60 miljoen voor de tijdelijke opvang van mensen met een licht verstandelijke beperking.
Het inkoopbudget voor de langdurige zorg wordt dit jaar nog met bijna 200 miljoen euro verhoogd. Omdat meer mensen dan verwacht langdurige zorg nodig hebben. Het gaat om 166 miljoen extra ruimte voor de Wet langdurige zorg (Wlz) – voor ouderen en mensen met een beperking - 29,5 miljoen euro extra voor de subsidie regeling eerstelijnsverblijf. Die regeling is onder andere bedoeld voor ouderen die na een ziekenhuisopname voor kortere tijd in een verpleeghuis verblijven om te revalideren. Staatssecretaris Van Rijn heeft steeds aangegeven dat er meer geld bij komt als blijkt dat er meer langdurige zorg nodig is voor mensen. Iedereen die afhankelijk is van langdurige zorg kan er op rekenen dat de zorg die ze nodig hebben er ook gewoon is.
Door: Redactie Nationale Zorggids
