Bureau Jeugdzorg, gezinsvoogd, ondertoezichtstelling

DEN HAAG – Omdat Bureaus Jeugdzorg (BJZ) vaak niet bijhouden hoe vaak kinderen waarvan de ouders in een vechtscheiding zijn verwikkeld onder toezicht worden gesteld, kan niet achterhaald worden hoe effectief een dergelijke behandeling is. Dit stellen Kinderombudsman Marc Dullart en Nationale ombudsman Alex Breninkmeijer in een vandaag gepubliceerd rapport, zo meldt De Telegraaf.

Ook worden de gevallen waarin een ondertoezichtstelling plaatsvindt niet geëvalueerd. Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer geeft aan dat de werkdruk hiervoor vaak te hoog is bij de Bureaus Jeugdzorg. Toch heeft het hem verbaasd dat in een land waar erg vaak ondertoezichtstellingen plaats vinden, de effectiviteit hiervan niet wordt gemeten.

Beide ombudsmannen krijgen een constante stroom aan klachten binnen over Bureaus Jeugdzorg. Hierbij wordt met name partijdigheid van een gezinsvoogd bij een vechtscheiding vaak naar voren gebracht als klacht.

Voor de toekomst is het van belang om gezinsvoogden beter te ondersteunen door onderlinge kennisuitwisseling en de toepassing van wetenschappelijk onderbouwde methoden. Ook een goede voorbereiding op de zaak is van groot belang om een onafhankelijke rol te kunnen vervullen bij een vechtscheiding. Bovendien is het aanbod van ondersteunende hulp bij de maatregel te kort en zou Bureau Jeugdzorg al in een eerder stadium bij de problemen in een gezin betrokken moeten worden.

© Nationale Zorggids / Jochum Admiraal